60 van gouden munten (goudguldens of gouden kronen) zou men kunnen conclude ren, dat de schatbegraver geen rijkaard geweest moet zijn. Toch dient men "wel te bedenkendat het gerekend naar de waarde in die tijd voor de eigenaar wel een kapitaal geweest moet zijn J De overblijfselen van de kan zijn weer aan elkaar ge lijmd, zodat men nu kan-zien, hoe hij in 1962 gevonden is De kan met inhoud is tentoongesteld geweest in het Museum der Bevelenden te Goes, tijdens de tentoon stelling van opgegraven voorwerpen van De Hellenburg, sepbember van dit jaar. GOES 51 PEMM KAKEBEEKE s MUNTVONDST IE DRIEWEGEN Hoewel de medio december 1962 gevonden munten aldaar nog niet zijn gedetermineerd, vonden we het belangwek kend genoeg in verband met bovenstaande hier te vermelden, dat bij de oude keet vande hoeve _rrLange- maire:?- van dhr. Jac. de Dreu te Driewegen bij het in graven van een olietank tot nog toe 38 munten en munt je-s gevonden zijn. Ze zijn los bij elkaar gevonden, ver moedelijk dus uit haar bergplaats gevallen. Er zullen er meer zijn. geweestOndergetekende kreeg een dubbele stuiver van vermoedelijk 1312 ter determineringAan gezien echter het stuk zwaar beschadigd werd bij het schoonpoetsen kon geen samenhang in het omschrift worden" gevonden. Ter vergelijking was in de verzame ling van o.g. ook slechts één enkel stuk aanwezig. De vondst, die we dus niet zagen, bestond uit 33 kleine en grotere- zilveren munten en (naar zeggen) 3 gouden exemplaren. De vinder-eigenaar heeft zich in verbinding gesteld met het Zeeuws Museum te Middelburg, dab de schat wil kopen. Mogelijk vernemen we t.z.t. dan meer over de samenstelling. i Hef lijkt ons niet ondienstig. Liet nadruk be wijzen op het grote belang bij dergelijke vondsten, de munten 61 vooral nooit schoon te poetsen met wélk poetsmiddel dan ook; zelfs duim en wijsvinger zijn taboe J Hoewel een zilver—koper-alliage als muntspijs is gebruikt kaii het zilvergehalte zó hoog zijn, dat de munt vrij zacht is. Poets-en wrijf beschadiging treden direct op; er breken zelfs grotere of kleinere stukken af (b.v. vrij gemakkelijk bij l?de eeuwse Overijsselse stuivers en dubbeltjes). Maar u zou toch zo graag weten, wat u gevonden heeftJ Natuurlijk; spoelt u de vondst eerst met water goed af, dan komt er al heel wat tekening in. Het is verder beter, er niets zelf aan te doen, maar geeft u ze dan in handen van een deskundige. Die kan ze zonder enige beschadiging perfect schoonmaken. Hij doet dat met een 3 a 3 procentige oplossing van citroenzuur plus (soms) dagen geduld. Ook-is soms aan te raden een verdunning van ammonia (tot 10 Naspoelen en dam nog koken (steeds met aqua destill ata) en drogen. Een heel werkje, een precies werkje voor de arna- teur niet voldoende met zekerheid -te doen I Als u het persé toch zou willen, probeer dan eerst eens op. eên gevonden oud zilveren dubbeltje Waarom bij (vermoedelijk) oudere munten zo omzichtig be werk moet worden gegaan? Uw vondst zou uniek, kunnen zijn (onbekend; ander type; ander munthuis; o.i.d-). Daarbij komt het op de kleinste details aan. Gouden munten of penningen hebben vaak genoeg aan een zeepsopbehandeling. Koperen munten kunnen ook behandeld worden; de ama teur echter Mishandelt ze doorgaans. Laat dit zeker aan een vakman over. Inderdaad0, ook koperen munten of penningen kunnen zeldzaam zijn J Een last is soms het ontraadselen van het omschrift. Het is v/at afgesleten en sommige delen zijn onleesbaar. Maar ook is het vrijwel steeds in Latijn gesteld, met vrij eigenaardige afkortingen (meestal bepaald door de aanwezige ruimte); vooral echter ook omdat .-tot in de 16de eeuw de zogenaamde :ïgothischekarakters in gebruik waren. De door dhr. Kakebe.eke weergegeven

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1962 | | pagina 33