uf-'i êm - 38 - DE LOODS EN BEDDER FRANS NAEREBOUT In de nacht van 23 op 24 juli 1779 lagen de meeste Vlissingers in hed uit te rusten van een vermoeiende kermisdag. Ze hadden gefeest tot diep in de avond, ondanks dat er een har de storm over Walcheren en overig Zeeland woedde. In diezelfde nacht hoorde loods Frans Naerebout, dat er "bil de Noorderrassen, een zandbank voor West- kapelle, een schip van de Oostindische Compagnie was vastgelopen en dat het gevaar liep om te ver gaan. Frans waarschuwde zijn broer Jacob en zeven andere Vlissingers, o.a. zijn vrienden Servaas m Jan Pod, 4n met zijn negenen voeren ze met het ranke scheepje van Frans Naerebout in die stormachtige nacht de Vlissingse haven^uit. Na een barre tocht haalden ze 76 zeelui van het schip, de "Woestduin" geheten, en voeren ze terug naar de haven van Vlissingen. 's Morgens zeilden ze nog een keer de haven uit om de overige 17 bemanningsleden van boord te halen» Wie Frans Naerebout was, wisten de meeste Ylissin gers wel, maar niemand had hem voor een dergelijke heldendaad aangezien. Op 14 april 1788 werden Frans en Jacob Naerebout door het bestuur van de Oostindische Compagnie elk een beloning toegekend van 300 gulden en van de Economische lak van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen ontvingen ze elk een zilveren medaille en 23 dukaten. De loods van de "Woestduin", de Zeeuw Mathijs Wig man, werd uit Zeeland verbannen. Hieruit blijkt wel, dat er aan loodsen, die een fout hadden gemaakt, zware straffen werden uitgedeeld. FRANS NAEREBOUT was op 30 augustus 1748 te Yeere geboren als jongste zoon van de visser Mattheus Naerebout en Kaatje Naerebout-Spruyt. Zijn broer Jacob was ongeveer vijf jaren ouder. Het gezin Naerebout ver huisde naar Ylissingen, toen Frans en Jacob nog erg jong waren, Frans be zocht, voorzover het mo gelijk was, de lagere school te Ylissingen en hij voer in zijn jeugdjaren vele malen met zijn vader mee. Na zijn schoolperiode ging Frans varen, eerst bij zijn vader en toen hij oud genoeg was, kreeg hij zelf een boot, waarmee hij later de heldhaftige "Woestduin"-redding zou verrichten, Hoewel hij eigenlijk visser was, loodste hij vele sche pen in en uit de,Schelde. In 1773 trouwde Frans, op 27-jarige leeftijd, met Sara Johanna Hoevenaar. Uit hun huwelijk werden vier kinde ren geboren; Frans, Teeuw, Jacomina en Trijntje. Door zijn goede loodsdiensten werd Frans Naerebout in 1784 aangesteld als vaste loods bij'de Verenigde Oost- Indische Compagnie. In december van het jaa? 1788 bracht hij het schip "Zuiderburg" van de YOC, dat voor Westkapelle lag met een gebroken roer, naar Ports mouth, waar hij het logge stuurloze schip kundig de haven inloodste. Ook deze keer lof voor Naerebout, maar bijzonder veel verdiende hij er niet mee l In het najaar van 1794- bracht hij de "Voorland" van de YOC van Rammekens naar Texel. Vandaar loodste hij het schip door Het Kanaal en door omstandigheden belandde hij met de "Voorland" bij Kaap De Goede Hoop, wear hij op 1 april 1795 arriveerde. Gedurende de reis," die meer dan een half jaar duurde, moest zijn vrouw met vier kinderen en met de twee kinderen van de reeds ge storven weduwnaar Jacob Naerebout, leven van een scha mel salaris, dat zij met veel moeite kon losbranden van de "Heeren" van de Compagnie .V Frans werd. in Afivika een tijd gevangen gehouden, kwam Naar de schilderij in het Stedelijk Museum te Ylissingen j

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1963 | | pagina 22