Borssele on twee punten onderzoekingen gedaan om te cc palen,
waar eventueel het geschiktst de steiger zou kunnen worden
gemaakt. Wegens de diepte van de rivier daar en de stel e
kant van de wal, zou het tamelijk moeilijk zijn en tevens vrij
Eind october ontving de eerste ondertekenaar bericht, dat
aan het verzoek niet kon worden voldaan; uit de beschikking
bleek, dat G.S. bereid waren, een voorstel aan Prov. Staten
te doen, om aan de Staartnol een steiger te bouwen, als
door de naastbelanghebbende zekerheid zou zijn gegeven, dat
de daarheen leidende wegen werden begrint en onderhouden
In augustus l88l werd door het slingeren van de roeiboot
één der schippers overboord geworpen, waardoor hij vrij ern
stig letsel bekwam, welk ongeval aan 22 ingezetenen van
Zuid-Beveland aanleiding gaf, opnieuw aan te dringen op
het maken van een geschikte aanlegplaats. G.S# vonden de
kosten van de veer dam veel te hoog. Zij verenigden zich met
de opvatting van de hoofdingenieur van de Prov. Waterstaat,
om een gelegenheid tot het aanleggen van de veerboot te ma
ken aan de dijk tussen de palen 26 en 27 en om verder een
tweede roeiboot aan te schaffen en beschikbaar te
De kosten van een en ander, ad f 500,-, zouden ten.laste
van de stoombootdienst komen. In deze zin besloten de Staten
lal hef verzoek om een veerdam is wel niet voldaan, maar er
werd toch wat gegeven. Enige tijd later zag men om een hoek
van de dijk op enige afstand van de aanlegplaats^een loods
verrijzen, waarin weldra een nieuwe roexbooi, te zx.en ws.
De perkoenpalen voor de loods werden zoveel mogelijk art de
„eg geruimd en een tweede aanlegplaats
nu vanaf de gewone aanlegplaats nxet mogelijk was om naar de
de^dat°passagiers va^Vlissingen of Terneuzen, met bestem
ming Borssele, tot hun leedwezen te horen kregen:"De veer
man kan niet uit de wal komen", en dus genoodzaakt waren,
de hele reis mee te maken TT_
In 1889 werd door een aantal inwoners van .oorssele, s-xiee-
renhoek, Driewegen, Ovezande en Pieuwdorp een versoek inge
diend, om te Borssele een steiger te laten bouwen en door
ingezetenen van EllewoutsdijkOudelande en Driewegen werd
verzocht, het maken van een steiger, te Ellewoütsdijk-<>
G.Sc deden in hun voorstellen van k october 1889 opmerken,
dat hetmaken van een steiger in de nabijheid van de hayen van
Ellewoutsdijk, met het oog op de veiligheid, der waterkering,
aan grote bezwaren onderhevig zou zijn, wegens, het buitenge
woon steile "beloop van de bovenoever, &odat;,daar de yóorkeur
gegeven zou moeten worden aan' een drijvende.-aanlegplaats.'
Hoewel niet onmogelijk, zou de aanlegplaat.s .toch. technische
moeilijkheden opleveren; bovendien zou de plaats niet.,-aanbe-
velenswaardig 'zijn, daar de inspecteur van. het Loodswezen en
de directeur van de Prov,» Stoombootdienst op de hesterschelde
de heer E.M. Chevalier, va^* mening waren, dat de vaarweg tus
sen Ellewoutsdijk en Terneuzen alleen, bij dag en helder weer
en zeker niet bij alle waterstanden veilig te achten waso
Daarbij zou nog komen, dat de reis. tussen Vlissingen en Ter
neuzen vertraagd en de reeds met grote moeite verkregen aan
sluiting van de wederzijdse spoorwegen dikwijls in gevaar ge
bracht en gemist zou worden. G.S. meenden- daarom, dat het
bouwen van een steiger te Ellewoutsdijk mitsdien buiten be
spreking kon worden gelaten.
Tot het doen van een voorstel aan de Staten om een steiger
te bouwen bij Borssele, zouden zij alleen bereid gevonden wor
den, indien door de belanghebbende gemeenten^zekerheid kon
worden gegeven, dat de naar de steiger leidende wegen van
een kunstbedekking voorzien en als kunstwegen\onderhouden
zouden worden. -
Aangezien deze gemeenten daartoe niet bereid waren, stelden
GoSo voor, afwijzend te beschikken, waartoe de Provinciale
Staten op 8 november 1889 dan ook besloten.
(Slot volgt)
KRUINIiïGEN
W.HoA. DE VELD