SI!
s
Pm
aft. 5
- 26 -
De Horen van Cortgene uit deze tak waren achtereenvolgens:
le Wolfert van Borsselen van Corxgene, in 1317 genoemd als
ridder
2. Philips van Borsselen van Cortgene, getrouwd met Avesoete
Utermeerham. Op haar grafsteen, in het Begijnhof te Gent,
staat ook het wapen met de drie sterren, en als grafschrift:
-Jio Domini 1350, 9en April; obi.it domicilla Avesoete Extra-
meer ham uxor quondam Philippi de Borsselen
3- -Wolfert van Borsselen van Cortgene, zegelt in 1362 even
eens met het wapen met de sterren»
^f» Claas van Borsselen van Cortgene, ridder»
5 - Philips van Borsselen van Cortgene, ridder, rentmeester
van Zeeland Bewesterscheid
Het v/as deze heer Philips, die in lt-13 van Cortgene een
stad maakte» (Zie boven)» Hij omgaf de plaats met wallen en
muren» Het volgend jaar echter, in iblkwerd de gehele
stad door brand verwoest. Deze brand was ontstaan in een
bakkerij» De stad werd herbouwd, evenwel zonder bakkerij» De
bakker moest voortaan zijn ambacht buiten de muren uitoefe
nen: er mochten geen bakkersovens meer binnen de stad wor
den gebouwd»
In 1^31 stierf heer Philips» Zijn huwelijk was kinderloos ge
bleven Zijn goederen kwamen aan de twee dochters van zijn
- 27 -
zuster Catharina. Echter niet de heerlijkheid Cortgene, d.ie
als Zeeuv/s leen terug kwam aan de toenmalige gravin van
Zeeland, Jacoba van Beieren»
HET TWEEDE GESLACHT VAN BORSSELEN VAN CORTGENE
De gravin verkocht Cortgene aan haar echtgenoot Frank van
Borsselen, Heer van St. Maartensdijk, Heer van Zuijlen, Graaf
van Oostervant, Pidder van Het Gulden Vlies.
Frank van Borsselen voerde als wapen Borsselen gekwarte-
leer d met Zuijlen.
Beschrijving
1 en k: In zwart een dwarsbalk van zilver
(Borsselen), 2 en 3In rood drie zuilen
van zilver-,-.geplaatst twee en een (Zuijlen).
Zie afb. 5.
Frank van Borsselen stierf in lt-70. Bij
gravin Jacoba had hij geen kinderen. Wel
had hij een bastaardzoon bij Jonkvrouw
Margaritha van Hasselt; deze zoon, Floris,
erfde de heerlijkheid Cortgene en werd zo
doende Floris van Borsselen, Heer van
Cortgene. Hij was ridder en, evenals zijn
vader vóerr hem, ook opper dijkgraaf van
Noord-Beveland. Zijn moeder, Mar gar it ha
van Hasselt, stierf 5 maart 1^-95, waarschijnlijk te Cortgene,
waar Floris een fonds instelde voor de kerk, ''tot een eeu
wige memorie" van zijn moeder, "opdat men te eeuwigen dage
met acht priesters de zeven getijden zingen zoude, alle da
gen met drie zingende missen".
Op verzoek van Floris werd ook door aartshertog Maximili-
aan van Oostenrijk en diens vrouw Maria, Cortgene gemaakt
"tot een goed en onsterflijk leen" inplaats van zoals het
tevoren was "een Zeusch, dat is een quaad of versterflijk
leen"
Dit grapje kostte Floris voor "stad, slot, boomgaarden en
993 gemeten ^0 roeden ambachts" de som van f 2282,--»
Floris voerde zijn wapen Borsselen gekwarteleerd met Zuijlen
evenals zijn vader, doch de kwartieren Zuijlen met verandering
ij
'i!
4 Mij,
'fsfjpn
1-p!f