- 20 -
kelijk niet aan zo'n avontuur gewaagd hebben. Vlottend volk
zou men kunnen zeggen.
Theophilo Ottoni, de stichter en directeur van de scheep
vaart- en kolonisatie-onderneming, die er tenslotte mee
verlegen zat, noemde ze in een jaarverslag aan de action-
nairs van zijn onderneming: schoenmakers, kleermakers, ker
misgasten, gedroste matrozen, licht vrouwvolk, enfin, hij
heeft er weinig goede woorden voor.
moet weten, dat hij voor de aanleg van een grote weg
door het oerwoud en het planten van wat levensmiddelen aan
de rand van die weg, landbouwers nodig had.
Een werfbureau, Beaucourt, in Parijs, dat voor ieder afge
leverd persoon idem zoveel kreeg en er zich niet om bekom
merde, wat er met die mensen gebeurde en of de onderneming
ermee gebaat was, ronselde "in de taveernen van Antwerpen1'
met voorspiegeling van valse beloften van welvaart, bezit,
vee, paarden, vis- en jachtrecht, de berooide mensen.
Het schijnt juist in die tijd een heel beroerde situatie
geweest te zijn, ook in Zeeland -- met als gevolg: armoede.
Enfin, de mensen moeten, denkelijk, verscheept zijn met een
of een paar van de volgende schepen, die omstreeks 20 mei
1858 in Rio de Janeiro aankwamen
De Belg "CESAR", 276 ton, gezagvoerder M.J. Coudere, 12
man equipagepassagiersMej. Eugenie Joanna. Malehair
Theodorina Lhest, de heer Ford. Franc. Wappers en 80 Belgi
sche en Hollandse kolonisten; van Antwerpen vertrokken,
dagen gevaren.
De Engelse brik "HERALD", 210 ton, gezagv. M.Mo Galicheu,
8 man equipage; passagiers: W. Burton, de Belgen L. Busine
S. Deschuguet en 35 Duitse en Belgische emigranten.
Reisduur 59 dagen vanaf Antwerpen.
De Hollandse brik "REINH.RDT", 235 ton, gezagv. B. van
den Sprinkel, 8 man equip, en ll^f Belgische emigranten,
uit Antwerpen vertrokken, reisduur 62 dagen.
De reis op zich, die drie keer langer duurde dan tegen
woordig en op een schip zonder veel comfort en dan als
tussendekspassagier, was al geen grapje; en toen ze in
Rio aankwamen, werden ze als geëngageerden voor een onder
neming in een verre kuststreek tamelijk koel behandeld
- 21 -
Van Rio moesten ze nog enkele dagen met een kustboot je
naar Sao José do Porto Alegre, aan de monding van de Mu-
curi, vervoerd worden. Dan nog een paar dagen de rivier op
in een klein rivierbootje met een paar schuiten op sleep
touw het binnenland in, tot de eerste grote waterval, waar
ze uitgeladen werden en in loodsen op "verzending" naar het
beloofde land moesten wachten.
Deze reis werd op ossekarren ondernomen, die alleen 's
nachts over de nieuwas.ngelegde bos weg konden voorthobbelen,
wijl overdag het gevaar bestond, dat de Indianen achter de
dikke bomen in hinderlaag wachtten.
Enfin, na dagen -- of liever: nachten -- lang voortsukke
len, kwamen ze eindelijk aan in een militaire kolonie, waar
ze wat Braziliaanse soldaten, tamme Indianen, gecontrac
teerde Chinese koelies en Portugese immigranten ontmoetten.
U kunt zich denken, hoe dit'eenvoudige Zeeuwse en Vlaamse
volk te kijken stond te midden van zoveel vreemde gezichten,
met wie ze geen woord konden wisselen l
Ze waren enkel maar nieuwsgierig naar hun buitengoed, het
beloofde paradijs i
Daartoe werden de aanvoerders van het convooi meegenomen
een eind verder de bossen in,. En wat voor bossen l
Niet zoals het Haagse Bos of de Baarnse bossen of bossen
die je op romantische schilderingen ziet, waar het avond
zonnetje door en langs slanke bomen glijdt en een schuchter
hert zich met sprongen heenrept....
Het OER"/OUD I Een ondoordringbare wildernis, half duister,
van vervaarlijke woudreuzen, luchtwortels, slingerplanten,
vinnige en venijnige doornen -- met al het kruipend, sprin
gend en vliegend ontuig van wat ze wel eens noemen: een
"groene hel".
A_ls de lui dan vroegen, waar nu wel hun buitentje was,ter
wijl ze nieuwsgierig rondkeken, dan beduidden de soldaten:
van deze boom tot die ginder daar, zoveel el is voor jou;
en vandaar weer idem zoveel voor je buurman, enz..
Geen paard, geen koe, geen kip, geen vis, alleen maar hon
gerige mensen met wat spaden en bijlen, die ze kregen.
Verschillenden waren al door ziekte aangetast en wie nog
ter been was, zag geen kans om in die wildernis, gelijk, het
de bedoeling van de Maatschappij was, een open plek in het