- Au -
Zeker is, dat de koning oen groot zwak had voor de Camps
Daar kom ik later nog even op terug.
De koning bracht aan de polder een bezoek van niet
minder dan drie uur een grote bijzonderheid. Voor geen
enkele andere kleinere plaats 'legde hij zo'n grote belang
stelling aan de dag bij zijn bezoek aan Zeeland in 1863 als
voor de A.J. polder, MrJ.H. de Stoppelaar wijdt niet min
der dan 10 blztekst aan dit bezoek in zijn gedenkboek
over het bezoek van Koning Willem III in 1863 aan Zeeland.
Camp werd in de volksmond "De Majoor" genoemd.
Hij was een wonderlijk mensdie lang in de herinnering is
blijven bestaan. De naam 'majoor' leeft nog voort in de
uit de hand gedraaide, in een steenbakkerij gebakken, aar
den buizen, die het regenwater onder door de dammen af
voerden naar de sloten, die men 'majoortj.es' noemde.
Om zijn uitgestrekte akkers te bekijken, koos hij niet altijd
de z.g. koninklijke weg. Daar hij oud militair was, reed hij
te paard, zo nodig dwars door zijn velden heen.
Toen er eens een staking uitbrak onder de arbeiders, bij
het binnenhalen van de oogst, reageerde' hij met te zeggen:
"Het is geen knoop van de majoor zijn jas; laat maar lig
gen Aan weerszijden van de Bruintjeskreek de vrije
toegang tot St. Philipsland -- liet hij terstond hoge hek
ken plaatsen, opdat men niet met have en goed uit de pol
der zou vertrekken
Bij de indijking van de polder behoorde die tot de ge
meente Bruinisse, maar in 1857 werd ze ingedeeld bij de
gemeente St. Philipsland. In 1859 werd. Camp lid van de
gemeenteraad en van l86l - 1863 was hij burgemeester van
St. Philipsland.
Hoewel Camp ook inwoner moet zijn geweest van Bruinisse,
komt hij hier niet voor in de registers. Nel te St. Phi
lipsland. Hier is ook een merkwaardige leemte; Zijn oudste
dochter, Magdalena Ferdinanda Maria, geboren te Vlissingen
op 11 juni 1836, staat hier niet ingeschreven. Zij huwde
3 mei lo6l te Delft en moet dus in een andere gemeente
- k7 -
zijn ingeschreven.
Bij het bezoek van koning Willem III worden zijn beide schoon
zoons met name genoemd.
Nadat Camp op 25 maart 1875 voor de derde maal gehuwd was
met Ilendrika Francina Post, overleed hij op 7 augustus 1879
op zijn landgoed, de Willemsburg.
Van zijn hand zijn verschillende geschriften verschenen,
oa.
"Nieuw metselverband in zware muren", Breda 1836
"Proeven omtrent het bindend vermogen van onderscheiden spe
ciën", Vlissingen 1838;
"Proefnemingen ter oplossing der gewigtigen vraagstukken
omtrent cement en kalk", Vlissingen 1838
"Memoire sur la fortification etc." Paris l8A0.
In het Kabinet van het Zeeuwsch Genootschap, nu Zeeuwsch
Museum, zijn een aantal voorwerpen van vuurvaste steen, smelt
kroezen enz., vervaardigd uit bereide zeeslik, kunstpouzzo-
lanenaar aanwijzing van de kapitein-ingenieur Camp.
Hij was Ridder van de Nederlandsche Leeuw en werd Comman
deur der Eikenkroon bij het bezoek, door de koning op 29 mei
1863 aan de Anna Jacobapolder gebracht.
Voor wetenschappelijke en industriële arbeid ontving hij ook
nog onderscheidingen der Stanislausorde van Rusland en de
Leopoldsorde van België. (F, Nagtglas, deel I, 1390
Slot volgt
GOES Kr. GOUDZWAARD
LODEN ZEGEL URBANUS IV
De heer F. Peman Kakebeeke uit Goes toonde ons een loden
zegel van paus Urbanus IV (1261 - 126A)vrijwel identiek aan
dat van Innocentius IV (blz. 31)5 Petrus en Paulus tonen
geen masker, maar zijn kijkend afgebeeld, terwijl het hoofdhaar
van Paulus scherper gestoken is op de beeldenaar. Het zegel
is wel verder afgesleten dan dat van Innocentius, terwijl er