L - f/zt-fc U orfc
- Ik -
AANSLAG te s-GRAVENPOLDER
(Vervolg jrg VII p 66)
Getuige Elisabeth
Bliek legt de volgen
de verklaring af
Zij zegt, op de bewus
te avond dicht .bij de
herberg op het dorp
te hebbengestaan,
waar zich een kerel
met een bloot mes
bevond, die zei:"ik
gae heenen, want
daer is ruisie in de
herberge'7. Ondanks
het feit.dat; getui
ge het mes had ge
zien en het tot haar
gesprokene had ge
hoord, kon zij niet
zeggen, wie het was.
De derde getuige
vertelt, op voor
noemde tijd (hoe laat,
staat echter nergens
vermeld) in de her
berg geweest te zijn en de gewonde te hebben verbonden en
"middelerwijl onder 't gemeen heeft hooren raizonneeren
presumeeren of niet wel eenen Adriaans., den daeder van
't feijt mogt zijn."
Verder laat men nog verschijnen Huijbregt de Vriend,
"geweese baas meester van gemelten Adriaan Beze
verklaarde, dat hij verstaan had, dat zijn knecht in voor
noemde herberg op voornoemde tijd met Van 't Leven ruzie
of moeilijkheden had gehad. Bij diens thuiskomst had hij
horen zeggen, dat hij de knecht van Van 't Leven had gesne
den "doo- dat 't selve buijten zijn oogmerk was geschiet
Vne-s-
- 15 -
want dat het zijn bedoeling was geweest, dit bij Van 't Leven
zelf te doen en niet bij de knecht.
Verder heeft de eerste getuige "onder 't gemeen" horen zeg
gen, dat men veronderstelde, dat Adriaan de persoon was
die de knecht van Pieter van 't'Leven had gesneden. Hier di
rect op volgt: ":t geen wij onderget. in 't gemeen mede wel
hebben gehoord sondér juijst in staat te zijn persoonen te' noe
men", waarmee de verklaringen van getuigen worden gesloten.
Blijkens de afsluiting heeft het getuigenverhoor en het op
maken van het verbaal wederom in de herberg:' plaats gevonden.
Merkwaardig isdat er "onder 't gemeen!1nog al wat gehoord
is en dat dit "van horen zeggen" in het verbaal is vermeld.
Duidelijk blijkt, dat een bepaald persoon als verdachte werd
aangemerkt. Waarom die alleen met:. 7Adriaan werd aange
duid, is niet erg duidelijk.
s-GRAVENPOLDER jWALRAVE
ZEEUWSE HANDMERKEN
Kandmerken zijn de fascinerende lijnfiguurt jesdie onze voor
ouders vaak bezigden als handtekening. Op officiële stukken
ging zo'n handmerk vaak vergezeld van de aantekening van de
notaris of secretaris: "dit is het merck van De merken
zijn meestal tamelijk ingewikkelde tekeningetjes, die veel over
eenkomst vertonen met de reeds in de middeleeuwen bekende koop
pnansmerken, meestertekens en steenhouwersmerken, en die onge
twijfeld een zelfde functie vervulden.
Over deze tekens is zowel in Nederland als daarbuiten veel
geschreven en gètheorétiseerd» Sommigen beschouwen ze slechts
als analfabetentekens en stelden ze öp één lijn met de kruisjes
en nulletjes van de ongeletterden. Aan de andere kant van de
schaal hebben, vooral tijdens de bezettingsjaren, aanhangers
van germaanse mystiek ze willen verklaren als "sibbetekens",
oud-gercaanse symbolen, die direct verwant waren aan. de rune
tekens. Men kan in een dergelijk dispuut geen stelling nemen
zonder gedegen feiten te hebben en hieraan ontbreekt het juist
zo vaak.