eieren wiens schip onlangs op de Schelde gezonken wasbe vonden zich aan boord van onzen veerman, die dan ook deze goede lieden, op eene zagtaardigen toon, hem zoo byzonder' eigen, verzogt aan wal te willen gaan. Wy hadden de wind tegen; dan stapten met dat al des woens dags 26 april te Antwerpen aan wal om 5 uren des morgens; wy begaven ons onverwijld naar het Hotel de St Antonius waar onzen vriendelyken schipper onze goederen mede bragt. Wy bespeurden, dat hy gewis by toeval eene flesch roode Bordeaux wyn had vergeten. Onze Jenever had hy.ook gees- camotteerd; wy betaalden onze vragt vry duur; en hy ver trok. - Na gedejeuneerd te hebben, gingen wy onder geleide van eenen gids onze particuliere zaken verrigten,. en bezig- tigden ondertusschen het Bassin hetgeen door de meenigte daar in leggende Engelsche koopvaardij/ en andere oorlog- scheepen, haast na een bosch geleek. In de bassin lag het oorlogschip de Tromp en op de reede den konihilyken Hollander; uit hoofde wy te veel aan. onzen tyd bepaald- waren, moesten wy ons met dit gezien te hebben, verge noegen. - Wy huurden in ons Hotel een disselchais met 2 goede paar den op Brussel voor 16 fr. 50 cent-. Onzen voerman was een franschman (uit Bretagne) die in Brussel thuis hoorde, hij heette Sellier; - ons span was van den Heer De Pas, rue grande beginage sur le Samedi, over het welk zoo mede over onzen voerman wy zeer te vreden waren. Wy hebben dan ook met hem onze geheel reis afgelegd. Wy vertrokken van Antwerpen om 12 uren. Op Contich halfweg Mechelen hielden wij halte in het hotel Bellevuehier, terwyl onze Paarden wat voeder kregen, verzorgden wy ook een weinig onze ziel- zakken. Na een lekkeren bouillon gegeten te hebben, vielen wy aan op een stuk Bouilli van ongeveer 10 pond, waar maar zeer weinig van overbleef. Wy vonden hier lekker Leuvens bier, en goeden hollandschen Jenever. Wy ontmoetteden tusschen Antwerpèn en Contich twee. di~ visien Engelsche Cavallerie die er overschoon uit zagen. Er bevonden zich in de suite veele karren, beladen met vrouwen en honden, waar van en de paarden en de ezels meest door vieslippige voerlui gemend werden. Na wy ver namen moesten de'Engelsche vrouwen alle naar Engeland te rug keeren. wy passeerden vervolgens Walem, en reden zonder ons op te^houden, door Kegchelen naar de herberg Belgrade even buiten Mechelen, waar onze paarden wat versterking kregen, en wy een teug leuvens bier dronken. - Wy reden van daar naar Vilvoorden waar'wy aan het Logement genaamd in Beyeren afstapten. In de groote zaal was eene zeer aanzienelyke en vrolyke party by een die de bruiloft vierden van tx^ree zoonen uit het hotel die dien dag te ge- lyk getrouwd waren. Wy lieten onzen voerman tot buiten de Brusselsche poort ryden terwyl viy intusschen eenen i^ater olymolen opnamen en het detentie huis gingen zien, ft geen even buiten de stad gelegen is. hier toe geraakten wy met xveinig moeite door middel onzer uniform. In het zelve bevonden zich thans 986 zoo mans als vrouwen die spinnen en weeven. Ook worden er binnen shuis de weefstoelen en spinnewielen.door de gecon- fineerden zelve vervaardigd. Er bevinden 'zich in het zelve veele aartige jonge meisjes. - Het brood 't geen door hun zelfs gebakken wordt, vonden wy zeer smakelyk; onzen Bretagner wagtte ons reeds met onge duld op de hem bepaalde plaats op; voor wy echter voort reden ontkurkten wy eener onzer nog twee overig hebbende bottels Bordeaux, en dronken onze goede reis. Eer wy egter op Brussels grondgebied aankwamen, hadden-wy de andere flesch pok eerst ontzield. In de Herberg aan het eind der allee verte bevond zich een talryk gezelschap, in de allee zelve was het vol wandelaars zoo te voet, als te paard: dat gaf een bekoorlyk gezigt. De avond was reeds gevallen toen wy aan de Laekensc.he poort kwamen. Hier werden wy opgehouden terwyl een heer in poli tieke kleeding- ons een stuk wit papier en potlood aanbood, met. verzoek, om daarop aan te teekenen, tot welk Bataillon of regiment wy behoorden, daar zulks door den Commandant van Brussel van ieder inkomend Militair, gevorderd wierd5 wy voldeeden gaarn hier aan. De Hospes ,uit de Et Antonius

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1968 | | pagina 15