- 2 -
de eilanden Borssele, Wolphaartsdijk en Noord-Beveland.
Borssele is betrekkelijk vroeg met Zuid-Beveland verenigd,
doch Wolphaartsdijk is? tot in het begin van de negentiende
eeuw een afzonderlijk eiland gebleven»
Tot het dekanaat Zuid-Beveland behoorden het eigenlijke
Zuid-Beveland beoosten en bewesten Yerseke met wat er in
de middeleeuwen aan vastgedijkt werd (behalve Borssele)' en
een paar eilandjes benoorden de Oosterscheldedie later
een onderdeel van het eiland Tholen vormden.
In één oude bron, daterend uit het eerste kwart van de
dertiende eeuw, komt een decanus de Mille voor. Hiermee
wordt ongetwijfeld bedoeld Welle, de hoofdkerk van Noord-
Beveland, één van de vijf moederkerken van het dekanaat
Walcheren. Als het, al of niet met Wolphaartsdijk'verenigd,
al een dekanaat gevormd heeft, dan zou het vóór 1275 geweest
moeten zijn, want vanaf die tijd tot aan d_e hervorming heeft
het steeds tot het dekanaat Walachria behoord.
De rekeningen van de Domfabriek te Utrecht vermelden nog
een vijfde dekanaat in Zeeland, nl».Borsalia (Borssele) en
dat wel gedurende de gehele anderhalve eeuw waarover de be
waard gebleven serie, ervan zich uitstrekt. MrKuiler vindt
het. twijfelachtig, of het ooit bestaan heeft. Eij wijst op en
kele feiten waaruit blijktdat er noch in 1275,. noch na.de
veertiende eeuw een dekanaat of..provisorie Borsalia bestaan
heeft. Is er in die tussentijd een geweest, dan zou men kun
nen gissen, aldus -mr. Muller, dat het korststondig bestaan
is samengevallen met de almacht van Wolfert van Borssele
onder graaf Jan I, of er althans mee in verband gestaan
heeft. Als hij beweert, dat andere bronnen dit dekanaat
niet kennen, dan mogen wij o.a. wijzen op Smallegange en
Dresselhuis
Het dekanaat Zuid-Beveland.
Het lijkt ons wat vreemd, dat het inkomen van de provi
sors door de wereldlijke overheid werd vastgesteld.. Dit kan
veroorzaakt zijn door het feit, dat sommige provisors afper
sers geweest zijn. Hertog Jan IV van Brabant bepaalt 2 c-cto—
3 -
ber 14-28, dat het inkomen van de provisor van Zuid-Beveland
evenveel zal bedragen als dat: van zijn te Zierikzee gevestigde
collega, nl. van een huwelijk zonder geboden l8 groten, van de
ban 10 groten (hiervoor ontving de klerk bovendien twee gro
ten) en van een vonnis 7 groten. Verder hadden ze natuurlijk
hun inkomen als priester het vaste gedeelte van het inko
men van een dorpspastoor was in die tijd twintig kronen per
jaar terwijl we zullen zien, dat velen nogal wat bijbaantjes
hadden..
Heel vaak is er strijd gevoerd over dé vraag, waar de deken en
de provisor zouden zetelen» Al hebben wel eens enkele dorpen
naar de eer gedongen, de beide stadjes eisten de zetel, op en
maakten, er vaak ruzie over» De geestelijke jurisdictie over
Zuid-Beveland. zetelde in elk geval sedert 31 mei 1355 te Rei
merswaal, zij het lang niet altijd onbetwist. Zo wist Goes 24
mei 14-11 van graaf Willem VI van Beieren gedaan te krijgen,
dat de poorters van deze stad niet meer te Reimerswaal gedag
vaard pochten worden en dat de provisor maar naar Goes moest
komen als hij ingezetenen van die plaats wilde berechten.
Toen Goes ook nog gedaan wist te krijgen, dat half Zuid-Beve
land (en dat zal uiteraard het westelijk gedeelte geweest zijn)
onder haar jurisdictie kwam, ging Reimerswaal bij de graaf in
beroep, met het gevolg, dat in l4l4 bepaald werd, dat laatst
genoemde plaats in volle rechtek moest hersteld worden.
Onder dagtekening van 15 October 1449 vinden we vermeld, dat
RudoIiDh, bisschop van Utrecht, en Ghijsbrecht van Brederodê,
domproost aldaar, Reimerswaal bevestigen in het recht, dat
de geestelijke rechtspraak van de provisor en deken van Zuid-
Beveland altijd in die stad zal worden uitgeoefend. Dit voor
recht wordt in l46l door bisschop David .van Bourgondië beves
tigd. Paus Paulus II draagt 17 februari ,1467 aan de abt van
het klooster St„: Maria te Middelburg op, uit zijn naam aan het
verzoek van Reimerswaal om bevestiging van het privilege, dat
de provisor en deken aldaar gevestigd moeten zijn, te voldoen,
zo hem de juistheid van het door de stad geponeerde blijkt.
15 juni d.a.v. bevestigt Joannes van ts Gravesande, abt van
het genoemde klooster, als commissaris van paus Paulus II,
bedoeld privilege. 8 maart en 23 mei 1517 vinden opnieuw be-