- 6 -
Middelburg, aangesteld en. de deken door de domproost van
Utrecht benoemd, de drie commissarissen voor. het landrecht
werden door de gewestelijke regering te Middelburg uitver
koren.
Blijkens een mededeling in een achttiende-eeuws handschrift,
berustend in het gemeentearchief te Goes, zijn de eerste com
missarissen, waaronder 'de reeds in 1550 genoemde deurwaarder
Flor is Schaeck, op l8 november 157.8. benoemd. Het landrecht
is dus niet in 15ol ingesteld, zoals vrijwel alle latere
Zeeuwse historici meedelen in. navolging van de Tegenwoordige
Staat.
Provisors
Eet volgende lijstje van provisors van Zuid-Beveland is
helaas verre van volledig en kan volgens dewaarnemend rijks
archivaris te Utrecht uit de daar berustende stukken niet
aangevuld worden. Viel is getracht, zoveel mogelijk: de chrono
logische volgorde in acht te nemen. De meeste functionaris
sen zijn aan de parochiale (dekanale) kerk van Reimerswaal
verboncfèn geweest. Enkelen woonden elders en schijnen alleen
voor het uitoefenen van hun ambtsbezigheden naar deze plaats
gegaan te zijn.
1. HENRICUS VAN DUVENEE, provisor en deken 1327.
2. WILHELMUSprovisor 1329.
3. GELVOLDUS (Gelwold)provisor na 1330 tot minstens 1334.
Vermoedelijk bekleeddte hij deze functie nog in 1338. Dan is
er nl. sprake'van provisor Éylodo.
4. JOHANNES GERARDItussen 1393 en l405.
5. BALDEWINÜS VOS, l408.
6. HEÏNRIC JANSZOON bezegelt als provisor 22 mei 1461 een
oorkonde, waarin Godevaart Janszoon een dienst sticht van
zes missen per week in het pesthuis, te Reimerswaal.
7. HENRICUS VOLKERSZ. DE BERGISkanunnik te Bergen in Hene-
- 7. -
gouwen, leent 24 mei 1473 van bisschop David van Bourgondie
twintig ponden twee schellingen groten Vlaams voor zijn benoe
ming tot provisor van Zuid-Beveland. In 1475 wordt hij vermeld
als deken. Verder was hij ook bedienaar van de altaren voor Ma
ria te Steenvliet en voor die van de heilige Catharina te Val-
kenisse
8. Mr. NICOLAAS VAN^DE ABEELE wordt 22 mei 1475 door bisschop
David van Bourgondie tot provisor benoemd en moet hiervoor, aan
de bisschop als pandsom twintig ponden en twee schellingen
groten Vlaams betalen. Aan deze acte is 20 mei van het volgend
jaar een clausule toegevoegd, die Mr. Nicolaas verplicht, in
dien volgens zijn verantwoording de baten voor de bisschop uit
deze próvisorie minder dan vijftig ponden Vlaams groten bedra
gen, hij toch jaarlijks deze som aan de bisschop moet uitkeren.
Om de e.en of andere reden is deze provisor later gevlucht en
behield de bisschop slechts de pandsom als vergoeding voor de
baten.
9. JOANNES CORNELISZ. EVERBOUT, priester, betaalt 22 april
1478 vorengenoemde pandsom. Hij bezat ook een vicarie te Waarde.
In l48l wordt hij door de bisschop gemachtigd tot het benoemen
van een notaris aan zijn hof in plaats van Henricus Kben, die
de bisschop benoemd had als plaatsvervanger van Henricus de
Bergis (vgl. no
10. Mr. PETRUS WOLFARDI betaalt 24 mei l4S4 zijn pandsom als
provisor. De bisschop bedingt bij hem dezelfde voorwaarden als
die voor Mr. Nicolaas hadden gegolden. Blijkens een missive
d.d» 20 mei 1485 heeft hij de bisschop 90 Rijnse guldens geleend,
die deze op zijn rekening over het lopende jaar zal korten.
11. CORNELIUS JOFFRIDI betaalt als provisor 8 mei 1488 zijn
panels om.
12. PETRUS ANTEONISZ. VAN DUVENEE betaalt 8 mei 1491 als pro
visor een pandsom, groot zes gouden leeuwen, tien Bourgondische
rijders, vijftien salucia, vier dukaten en zesentwintig Davids-
guldens. In 1489 treedt hij op als gemachtigde van Johannes van
Caauwenberg, cureit te Reimerswaal. Het jaar daarop wordt zijn
naam genoemd in verband met de parochie Die Agger. In 1495/4