- 10-
heeft Fruin moeten wijden aan de nalatenschap van deze pro
visor. Eindelijk kunnen burgemeesters en schepenen van Rei
merswaal 17 juli 1569 oorkonden, dat de executeurs van het
testament aan Jacob Adriaan Lambrechtsz. als heilige geest-
meester verscheidene ge»federen, afkomstig uit het sterfhuis
van Marinus Bernaertsz., hebben overgedragen.
19. OCKSRUS HALLINCK, toen reeds koorofficiant van de
kerk te Reimerswaal, wordt 6 mei 1560 benoemd tot provi
sor, waarbij hij tegelijkertijd de machtiging krijgt om in zijn
dekanaat geestelijken, die zulks verdienen, gevangen te zet
ten en weer vrij te laten. Voordien was hij kanunnik van
St. Pieter te Middelburg. Ook is hij enige tijd provisor van
Walcheren geweest. 29 augustus 1569 (Grijpink schrijft 156^)
geeft dr. Cornelius a Myerop, proost en aartsdiaken van dè
Dom te traiectum (Utrecht) last om Hallinckin het bezit
te stellen van een vicarie op het St. Jan de Doper-altaar
in de kerk te Cruningen, waarvan de begeving de domproost
krachtens de statuten van het concilie van Lateranen
toekwam. 12 september d.a.v. stelt Hubertus'Heyninghecu-
reit van Schore, Johannes Bartholomeuszoon, gemachtigde
van Ockerus Hallinck, in het bezit van genoemde vicarie.
Hij bezat trouwens verschillende kapellerijen. Zo was hij te
Goes possesseur van een kapellerij, groot drie gemeten 29$
roeden van het Maria-altaarwelk bezit na-de hervorming
aan de gemene, zaak is gekomen. Verder had hij te Baarland
een kapellerij, groot negen gemeten 22 roeden en te Gve-
-zande (Maria-altaar sinds 1565) twee kapellerijen, samen
groot negen gemeten 5 te s—Heer Abtskerke (Maria—altaar
sinds 156^) elf gemeten en tien roeden; te Oudelande veer
tien gemeten en 178 roeden; te Ellewoutsdijk en te Sinouts
kerke
Blijkens de eerste rekeningen van Walraven van den Braem-
sloot over de administratie der geannoteerde goederen,
zijn de bezittingen van "heer Ockaert" reeds in of voor
1574 verbeurd verklaard. In 1579, na de invoering van de
pprvorming op Zuid—Beveland, woont hm te Goes en verboekt
- 11 -
15 april van dat jaar aan de steden van Zeeland alimentatie.
Volgens de gestelde voorwaarden moest hij hiervoor trouv/
zweren aan de staten generaal, aan de prins van Oranje en
aan de staten van Zeeland; verder moest hij opgave verstrek
ken van alle hem bekende roerende en onroerende geestelijke
goederen. Na aan deze verplichtingen voldaan te hebben,
werd 2^f april op advies van de rentmeester Floris Scaeck
bepaald, dat hij. over het lopende jaar 200 zou ontvangen
en verder jaarlijks 25 pond groten Vlaams.
20. QUlRIJN CORNELIS VAN OVERDEE, provisor, overleden vóór
1 juli 1566. Hij v/as verder kapelaan te Reimerswaal, te
Oostende (sinds 1535)te 's-Heer Arendskerke (sinds 15^9)
en te Goes (sinds 1550).
21. GILLIS LOYSSOGN of Aegidius Eligiusgeeft als provisor,
op verzoek van de magistraat van Reimerswaal 29 October 1567
een gunstig getuigenis over de inwoners van die plaats ten
tijde van de beeldenstorm. 21 november 1567 oorkondt notaris
J. Lettert, do.t mr. Gillis Loyssoon, provisor en deken te
Reimerswaal, zijn testament maakt en daarbij o.a. aan de hei
lige geest (de armen) aldaar een jaarlijkse rente van twee
gulden zestien stuivers uit zeker le.nd te Gorcum, hem toe
komende uit de erfenis van zijn afwezige broer Jan Loyssoon,
vermaakt onder bepaling, dat deze beschikking niet van
kracht zal zijn, als zijn broer terugkomt. Reeds twee dagen
later moet dezelfde notaris oorkonden, dat mrGillis
Loysz. "in de slaepcamer van hem testateur, te bedde lig
gende," een door hem aan het kapittel van Reimerswaal ver
maakt legaat van vier pond Vlaams herroept en bepaalt, dat
van de rente uit zeker land te Gorcum, door hem eerst ge
heel aan de heilige geest vermaakt, vier schellingen *s
jaars aan het kapittel en de rest aan de heilige geest zul
len komen. 5 september 1569 erkennen de heilige geestmees-
ters van Reimerswaal van de executeurs van het testament
van mr, Gillis een jaarlijkse rente van 26 stuivers uit ze
ker land te Gorcum ontvengen te hebben en beloven, de voor
waarden v/aaronder deze rente aan de heilige geest is gele
gateerd, te zullen nakomen. De dus inmiddels overleden pro-