60 HANDMERKEN VAN ZEEUWEN 3 In de vorige bijdrage hebben we een aantal voorbeelden tof Ve6n het Christ«smonogran verkerk? mot' lieten we zien, dat dit vaak. gecombineerd werd met een eenvoudig monogram of.een enkele naamletter. In^henaSerev^rpbeeld?n ?Sn noff de volgende; merken, een tr®!n notarieGl register uit Goes komt krL^ x ermepk Voor' bösta^n<ie uit een go-- -an ziinSC- meb een lelie. De papiermaker heeft hieir- fn? en?!n me toe^evoe^ de initialen. W.R, een artikel van de heer J.J. Lambert uit stburg,m het Mededelingenblad van de Heëmkundigo-Kring bÜiI UWSC^aan^rencopiëerden we t^ee.i;fraaie voor Deelden van monogrammen. Nummer 77 bevat alle letters van vanVM-t^\ ^ertZ- terWyi in SOTW. letters; P.V.S. ziin :^;^nr.rSi^ae °P oen attractieve wijze verbonden bouwd G manier zijn de merken 79 en 80 opge- Het pentagram, een vijfhoekige ster, die in één trek getekend kan worden, was een zeer geliefkoosd merk. Wij vonden tot nu toe al twaalf personen, die dit'teken als handmerk gebruikten. (Nrs.l^ en.81). Andere tekens, die in een trek getekend kunnen worden, zijn'de dubbele drie hoek van nr.82 en de merken 83 - 88. De laatste, van r^n^ois Cornelisz uit Baarland, is een waar kunstwerk. Merken, dieherkenbare voorwerpen afbeelden, vormen een interessante t Jnaar moeilijke groep». We kunnen er niet altyd zeker van zijn, dat onze interpretatie van het merk overeenstemt met de bedoeling van de '17de eeuwse schrijver. rin het eerder genoemde artikel van de Heer Lambert over dehandmerken van pachters van de molen van Aarden burg, vinden we, dat drie molenaars töet een molenijzer tekenden. (Nrs.89 - 9*0. Dit is volkomen logisch.. Maar mogen we nu ook de conclusie trekken, dat iemand 6l die een molenijzer als merk gebruikt, een molenaar van be roep is? Van de"twee personen uit Etten (nrs.92, 93) is dit niet bekend, terwijl we in het merk van Adam Loüewijcxs Smit uit Amsterdam (nr.9^) misschien slechts het product van zijn beroep-moeten zien. Gereedschappen worden vaak in merken afgebeeld Spaden, en drietandige landbouwvorken (zie bijv. nr.l?) komen veel voor, hetgeen in een agrarisch land als het onze heel begrijpelijk is. We hebben ook vele andere voor beelden gevonden. Een droogscheerder uit Etten tekende met een wolschaar. Injenkele merken van een metselaar en van wevers menen we metselwerk en weefsel te herkenren. Een kleermaker tekende met een duidelijke schaar, enz. enz o De Heer J. Walrave zond ons een eigenaardig merk' uit het rekeningenboek van het schuttersgilde St. Sebasti- anus uit 's-Gravenpolder (nr.93)« Het is het handmerk van de hoofdman van het gilde, Pieter Machielsen. Ver moedelijk moet het het doel voorstellen, waar de boogschut ters op schoten. Na deze vondst werd inééns een aantal merken duidelijk. Nrs.96 - 101 stellen kennelijk voet- en handbogen voor. Dit lijkt op het eerste gezicht ver gezocht, tot men deze merken vergelijkt met het merk van de kruisboog, dat reeds in de l6de eeuw in Engeland werd gebruikt (nr.102) en met een merk van een 17de eeuwse Amsterdammer, die Hendrik Boog heette(nr.103) Mej. E.Ao Gijsbertsen uit Middelburg zond ons onlangs een fraai merk van Jacob Jacobsz Cooninck uit Serooskerke (W) (nr.10-':-)Zonder de voorgaande vondsten zou het waar schijnlijk niet in ons opgekomen zijn, om hierin de "stenge" van het gaaischieten te zien en te vermoeden, dat de fa milienaam t:Cooninck;i verband zou kunnen houden met !'schut- terskoning::Deze gedachte wordt sterk ondersteund dopr twee merken uit Etten, van Marinus Aert Conincx en zijn dochter (of vrouw?) Catalijn Marinus Aert Conincx (nrs. f 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1970 | | pagina 3