bijl(t je)
sluitroe
- A5 -
oök'wel bek, als die punt iets weg hee.ft, van een snavel.
P.L. lacks noteerde voor Walcheren de veldnaam bek reeds
in 14-60 De bol ligt twee keer aan dë Paardegatse wa
tergang, elke keer ongeveer een meter hoger gelegen dan
dé direote omgeving.
Onder Driewegen hebben we nog de ruige bol, ongeveer 2 ha
bouwland» Aan de uitleg ruigbol (in Noord-Holland en het
oosten~van de Veluwe) kattestaart, kunnen we bezwaarlijk
denken. Het land ligt niet zover van de Kuigendijk In
Biggekerke (W) waren de ruige weiden, waarop veel hoog
struikgewas groeide-^'. Huig heeft dus ook, hier wel de be
tekenis van: bedekt met ongewenste flora.
hilhoek in Hollestelle, een meter hoger gelegen dan de
omgeving, heeft niet uitsluitend de betekenis van "kunst
matige heuvel"^). Hel, hil, mnl. helle (uit helde) is
"helling, aflopend stuk land".
Geerhoeken kan men overal tegenkomen als benaming voor een
wigvormig stuk land. Geer is een heel oud woord. De Germa
nen dankén aan hun geliefd wapentuig, d© ger (- speer),
hun naam, omdat de buur volken vaak een ander volk naar. zijn
wapens noemde. Overigens verbergen Gerard, Geertrui, etc.,
ook nog die oude speer in hun naam Een steekelger, op
zijn Zeeuws 'pillikschaere ook. Het werkwoord geren is
nog algemeen; de mode spreekt nog van een gerende rok.
Onder Oudelande heeft men als gelijkwaardige vorm de scherp-
hoek en hier en daar komt ook nog liepen hoek voor. Voor
liepzie ZWbp.54-3
De duit, 2-g- ha in de Antoniuspoldêr, behoorde tot de ge
meente Driewegen, terwijl de hele polder verder onder Ove-
zande viel. Een. duit was een achtste deel van een stuiver.
Alleen ómdat men zou kunnen denken, dat het hier een naam
naar de vorm betreft, zij hij hier vermeld. De naam voor het
kleine Driéweegse stukje in de uitgestrekte Antoniuspoldêr
is wel "figuurlijk" op te vatteni In Duitsland hebben vormen
als "Pfennig" en "Kreuzer" betrekking op stukken, die voor
enkele penninkjes te koop, dus tamelijk waardeloos zijn.?)
De Hoofdstraat van Ovezande heette vroeger de Vinger-