Begrippen als vroonlandheer nesseinsete, bevene of heveningebaanderweelbout, belling (in de Verloren coatenz. stonden en "staan gedeeltelijk nog zowel, in- 'WestVlaanderen als in Zeeland in verband met bedijken- on landaariwinnen» Al deze termen worden door Dr. "P'.J, Meertens uitvoerig, besproken in zijn lezing "Vlaamse invloed op de Zeeuwse woordenschat", (lezing, gehouden voor de dialectencommissie der Nederlandse Academie van Wetenschappen, op 12 januari 19^4). Daarna gaat hij verschillende benamingen uit de land bouw na. Ook hier laten dialectkaarten zien, dat er Vlaamse invloed was, doch hij betreurt de afwezigheid van een geschiedenis der. landbouw, omdat die de theo rie van een Vlaamse expansie zou kunnen ondersteunen. Inmiddels echter schreef in 1999 Prof. Pr. B.H." Slicher van Bath "De agrarische geschiedenis van West Europa ($00 18.50)»" Daarin staat, dat de Vlaamse land bouw en veeteelt toentertijds op veel punten toonaange vend waren. De Cisterciënsers aldaar bezaten een reus achtige veestapel. Hun veestapel'liet het toe, hot' kop pel- of wisselstelsel toe te passend'Ditwisselstelsel wordt misschien voor het eerst vermeld in 1323 voor landerijen juist ten zuiden van Gent. in ieder geval werd het toegepast in 1368 in St. Pie ter ter Aalst (bij Gent), De verbouw van voedergewassen op het braakland treft men bet eerst aan in lABO te Nieuwerkerken bij Sint-Truiden. Slicher van Bath vermeldt nog vijf gewas sen, die alle voor het eerst in. België als hagewas voor het vee verbouwd werden, namelijk te Messelbroek, Hooigein (bij Gent), Doornik, Maasbik en' Sint-Truiden»' Arbeidsbesparende Vlaamse uitvindingen waren öc. lichte 6 ens taart ploeg en de zicht, in het Vlaams ,?pik' gehe ten,. evenals in het Zeeuws trouwens. Het blijkt dus, dat de Vlaamse Cisterciënsers in het moederland zeer vooruitstrevende, landbouwers waren» Op hun landerijen in Zeeland zullen ze hun moderne landbouwmethoden ook zeker toegepast hebben en daarom OITjDMLAN'DX.

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1972 | | pagina 15