t 16 kon gemakkelijker bij zijn leest vandaan lopen dan b.v. de smid van het vuur. Met de voorschoot voor stond hij aan het touw te trekken, behalve zondags dan liet hij die thuis Het was een belevenisals je als jongen mee mocht trekken aan het touw; vooral was dit mogelijk, als iemand begraven werd. Het was een hele trek met die zware klok en de luider was blij als er iemand wat meehielp. Lantaarnopsteken werd op verschillende dorpen ge daan door de nachtwaker. Er zijn dorpen, waar de nacht waker tot 19^0 in ere werd gehouden Op andere dorpen of in kleinere buurtschappen werd lan- taarnopsteken door een van de ambachtslui gedaan. De olielantaarns brandden enkel maar bij donkere maan. Op de dag werden de lampen gevuld en de katoenpit schoon gemaakt De drooggebrande pit kon zich weer volzuigen en 's avonds, als het donker werd, kwam (voorzover ik weet) de schilder de lantaarns aansteken. In de prijs, waarvoor hij het had aangenomen, waren ook de olie en de glaasjes inbegrepen. U begrijpt, dat er werd opge past, dat de lampen niet tot de andere morgen bleven branden ïkheb zo een paar dorpen onder de loep genomen," waar ik het bovenstaande van naby of op iets Verdere afstand heb meegemaakt of heb horen vertellen. Het is identiek met sommige plaatsen in ons land, waar ik een gedeelte van mijn tijd heb doorgebracht De namen van de personen zijn voor Zeeland juist: de ouderen zullen het zich op deze manier gemakkelijker kunnen herinneren. E s KR. GOUDZWAARD GEVRAAGD; Dhr. P. Fraanje, Bergweg 63, Goes, vraagt 'Zeeland d.d.eeuwen heen' afl. 19 en 20. Vorige aanvrager is geholpen HEI' HÜIS of HET HOF TE BAARLAHJk- Diep verontwaardigd "lucht in "De Zeeuwsehe Volksal manak voor hot jaar l8*flu J. 'Ab Utrecht Dresselhuis op p. ^9 o. v. zijn hart over M.Hetgeen eeuwen lang den kna gen den tand dos tij cis had weerstaan; tot dusver aan de verwoestingen der oorlogen was ontkomen, en, bij goede verzorging, nog zoo lang ha cl kunnen staan, is omverge worpen op bevel vdn hen, die het anders hadden moeten laten onderhouden." (p. 50) de boden binnen de graften, welke 15 roeden ?0 el len beslaanwas een vierkantvan 23 roeden kö ellen, welks zijden naar* de he me Is tr e.k o n gerigt warenM (p»5^) Het slot onderscheidde zich in deszelfs bouwtrant daarin van soor tgelyko gebouwen, dat het hoofdgebouw al leen aan de westzijde onmiddellijk uit de 'grafton .was op getrokken, terwijl dezelfde aan de oostzijde plaats had met de stallen en öe verblijven der bedienden. Ten oosten en zuiden had het smalle terrassen of omgangen, door eene steeneh borstwering omgeven, het overblijfsel van den ouden ringmuurdoor welken, het aan die zijden, was gedekt geweest ^terwijl het terras aan den zuidkant, naar het dorp gerigt, oorspronkelijk ook nog bêstreken werd door den wachttoren op den zuidwesthoek.(p.5*0 Het p3.éin of binnenhof, aan de noordzijde van.het hoofdgebouw, was allereerst almede aan alle zijden gedekt door verschillende verdedigingswerken, daar de.wachtto rens op de beide noordelijke hoeken aan elkander en aan het slot verbonden waren door eenen stevigen uitgetanden muur, in welks westelijke zijde achter de valbrug eene poort wasen het geheel alzoo een welversterkt buiten werk opleverde» Van al die oude, door den tijd ook over tollig gewordene, vestingwerken, was, in de laatste dagen, zoo als gij ziet, niets meer overig gebleven, behalve de van kantéolén voorziene trans aan de noordzijde van het hoofdgebouw, aan de hoeken opgesloten door hangtorentjes met barbeka'nen (meurtrieres of schietgaten) door welke - men, zonder zelf gezien te worden, allerlei tuig op eenen (zie p,20)

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1972 | | pagina 5