kz
III d. JOHANNES MARINUSZmogelijk overl. 17 dec, 17^*7 te
Wemeldinge, aldaar gehuwd (RK)9 feb
1717 met Catharina-Cornelisse van Eekeren.
Hit dit huwelijk te Kapelle geboren:
1. Maria, ged. (RK) 8 aug 1717, mogelijk gehuwd
9 feb 17^1 te Schore met Gillis Christiaanse
Cornelisse
2. Marinus, ged. (RK) 25 aug 1719;
3. Josyna, ged. (RK) 24 oct 1720, gehuwd (RK) l4 mei
1743 te Heinkenszand met Jan Jacobse Doen; zij
werd nog vermeld op 1 apr 1750;
4. Apollonia, vermeld als huwelijks getuige in 1769,
vermoedelijk zelf gehuwd 19 sep 1774 (RK) met Jan
de Jong;
5- Cornelia, ongehuwd overl. 20 mei 1747 te Heinkens
zand.
IV a. HUBREGT BART ELS Z N.overl. 8 sep 1764 te Wemeldinge,
gehuwd (RK) 8 jun 1734 te Wemeldinge met
Joanna Mertense Nieustee, van Borsele.
Uit dit huwelijk te Wemeldinge geboren:
1. Bartholomeusged. (RK) 5 dec 1735, volgt als V a;
2. Joost ongehuwd overl. 6 feb 17^5, onder
Kattendijke
IV b. MARINUS HÜBREGTSZN., overl rond 1752, mogelijk
6 juli 1751, te Vlakegehuwd (RK, voor
de stadspastoor te Goes) 19 feb 1732 te Vlake~met
Joanna Wouterse Verduyn, geb voor 1717, overl.
rond mrt 1776.
Uit dit huwelijk te Vlake geboren:
1. Adriana, ged. (RK) 19 nov 1732;
2. Anna ged. (RK) 12 sep 1734, gehuwd (RK) 11 jun
1761 te Vlake met Marinus van Kerckhooven;
3. Wouter vermeld in 1761;
4. Adriana, ged. (RK) 23 feb 1744, overl. 4 nov l8l2
te Hoedekenskerkegehuwd (RK) 31 oct 1769 te
Vlake met Petrus Joannese Claessens;
43
hertrouwd (RK) 9 jan 1776 (Herv. ondertr. 23 dec
1775 te Hoedekenskerke) met Cornelis Janse Bal,
geb. te Tekenburg en ged. (RK) 1 mrt 1746, overl.
24 apr 1820 te Hoedekenskerke.
V a. BARTHOLOMEUS HÜBREGTSZN., gehuwd (RK) 6 mei 1777 te
"Wemeldinge met Antonia Janse (H)Acda, geb.
te Goes.
Uit dit huwelijk is bekend:
1. Hubregt, volgt als VI a,
VI a. HUBREGT BARTELSZN.gehuwd met Geertruid Raas, uit
welke echt tussen l8ll en 1822 zeven kin
deren werden geboren.
ERMELO J.C. DE BAAR
Noten:
1. Dhr. C. Philipse te Wemeldinge zond nog een aanvulling
van zijn ar.tikel: "In de Blauwhuishoek van nu staat nog
éên historisch boerderijtje, aan de Hoge Weg, maar dat
kan geen "kerkhoeve" zijn; er heeft nooit een lid van het
geslacht Kuilenbroek gewoond."
2. Kerkmeester-zijn betekende, volgens de ons (A. de Boo)
ten dienste staande gegevens, in de l8de en vermoedelijk
ook 17de eeuw, inderdaaddat men bewoner was van een
van de ca. 80 "kerkhoeven" die verspreid lagen over het
eiland Zuid-Beveland. Dank zij de grote tolerantie van de
Overheid kon daar zeer regelmatig -- er bestond"in 1792
zelfs een 'dienstregeling' van door de r.k. gekerkt
worden.
3. Dhr. De-Baar merkte in een begeleidend schrijven op, dat
het hem twijfelachtig voorkomt, of de naam 'Kuilenbroek®
nu nog in Zeeland voorkomt.
In onze verzameling bidprentjes troffen we de naam niet;
rond i860 waren er minstens 4 personen van die naam in
Kwadendamme en omgeving, waaronder een Jan, geb. 1852.