^-6 MISDAAD.EN BOETE IN HEINKENSZAND Lage huisjes, aaneengerijd langs een langgerekte dorps straat, dat is Heinkenszand, een typisch dijkdorp. Aan de noordkant ligt het lustoord Barbestein en aan de zuidzij de de buitenplaats Watervliet, verscholen tussen het groen Verder komen veel bomen langs dijken en wegen voor en als grote boscomplexen verspreid liggend in het landschap* De abelen, essen, olmem en wilgen leveren hout voor boer, bakker en wagenmaker. Heinkenszand: een vriendelijk dorp in een mooie omgeving met rustige, vreedzame landlieden? "De mannen zien er ru ziezoeker ig, maar minder flink en ongetwijfeld minder zelf- beheerst uit Als iemand u daar toelacht, kijk hem öf haar dan met ijskoude blikken aan, of wend uw hoofd af." Aldus de Vlaamse auteur De Coster. Neem nu die mooie namiddag van donderdag, 21 juni anno 1792. "Zij waren den Poel ingegaan met de intentie om naar hunne beesten te gaan zien De schout, Constant Ver maas, en de schepen, Jan Meijaart. Mogelijk liepen zij langs Clazien's pad -- later verbasterd tot Clara's pad; aan" weerskanten beplant met eiken en daarom ook wel Eikenweg genoemd.verder langs de Brilletjesweelrichting Baars dorp, om dan via de Noordweg de Gróte Dijk te berei ken. Vanaf deze dijk hadden zij een boeiend uitzicht over de groene weilanden, omzoomd met een struweel van1mei- en sleedoorns. Bij de wandeling werden zij de ganse middag op afstand gevolgd en bespied door dorpers met kwade bedoe lingen. Omstreeks half zeven naderden de notabelen het rustieke dorp. Toen, ter hoogte van het Steene slop, kwam het tot een uitbarsting van lang opgekropte woede. Boosaardig was Marien Vermaas, vergezeld door zijn zoon, voor zijn broer Constant gesprongen: "Heb je; Jan-van Eijke- ren uit de Nieuwe Craaijert order gegeven om de aschbak in het Aarden slop leeg te halen?" (ïïoutas en straatmest vonden eertijds gretig aftrek voor bemesting.) Inderdaad had de schout die opdracht verstrekt. Tot grote ergernis van Marinus en zijn zoon, want die hébben daar midden op de publieke weg "hunne tomelooze driften den teugel ge vierd en onder een menigte vuiiaartige en hoogst beledi gende scheldnamen geroepen: je bent een schelm, een vuildrik, je zijn al den donder maar bocht en vuijlte en soo kun je mijn koeijen uijt de weije en mijn kersen tiijt de boomgaard halen .♦♦"♦Overigens bleef het bij dreigemen ten het kwam niet tot een hündgemeen. Niettemin was de schout over dit optreden van zijn broer "zeer ontdaan" De zaak kwam voor de vierschaar van de parochie Hein kenszand. D© uitspraak luidde: 100.-, overeenkomend©

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1972 | | pagina 8