'8-GfttVfiNPOLpÉR, Hét Jcieiiie 's-Gxawnpoldeï. Hoe simpel 'i mogo blijft steeds in mijn gelagen; En lang niet voot den schijn, $dg altijd trekt die plaats mij aan, Want 'k heb als kind daar school gegaan. In 'i. schooltje in 1 Peperstraatje, Werd 't eerste zaad gestrooid. „Y«rsieüe" onaen meester, .Dien 'held vergeet ik nooit 'k Gelooi niet, dat Napoï&m Z^jn volk zoo goed rogeéron kon. Het „handen saam" en „oogen dicht", Hoor ik nog uit zijn mond; Waagdeeen van ons een enkelen blik, Dan kreeg hy 't voile pond. Maar dagelijks 'k zog het tot zijn eer Bracht „meester" hulde aan God clenHèer. Eu dat gebed, dat innig vroom Van. 's meesters lippen vlood, Verkondigde ook het Roonische kind Gods almacht, schoon en groot. .Deo meesters heê', zijn woord .van dank, Had ook voor ons een zoeten klams. Maar toen Kappeijne's wetje kwam, Deed men er niet meer aan, In de openbare scholen Had 1. bidden afgedaan, En meester boog het grijze hoofd,.' En sprak: waarom dien. troost gerooid-? En als Ik 'sfrravónpoldo.v Eén énkele maai passeer, Dan denk ik vaak met -weemoed Aan dagen van weleer; Aan meester, die zijn- Melde ons gat, En daarnu rust in I kille gnu." P. BOÏJOEAS Ajï. Rotterdam,Pinksteren 1918. WEIFELDINGE l8?8 Cüit La Rollande Fittoresque van Henry Havard, pag. 139 e.Vo) ^jöii merkwaardig^ o.orpdat iVemeldinge Het is net of bomen en huizen zoeven uit een grote doos met splinter» nieuw r<eurenbergs speelgoed zijn genomen en daar zijn neergezet. Gtel voor een dubbele rij huisjes, allemaal laag, allemaal snoezig, allemaal ongelooflijk schoon, alle maal uescnilderd met bonte kleuren, allemaal precies eender gebouwd, met dezelfde materialen, in dezelfde rooilijn, met bakstenen van dezelfde kleur en met grote regelmaat afgewisseld door dezelfde strogele houten gedeelten. Plant nu vóór die dubbele rij huis jes een dubbele rij ouwelijke boompjes, met dikke stammetjes en slecht in het blad, allemaal afgeknot, allemaal kortgesnoeid en gepunt, die allemaal dezelfde L.iiigen heboen en die een soort lang gordijn vormen K-ic-Lis- aan ug ene kant niet hoger of dikker is dan aan de andere kant en in het midden evenmin als aan de uitein den. .in zet nu in die naar hartelust afgestofte, aan- öevuegde, geschrobde straat, waar de schoongewassen en geboende huizen geen vlekje hebben dat ze bezoedelt, geen strootje dat ze ontsiert, waar de gekamde en ge schoren bomen geen blaadje hebben dat uitsteekt buiten ae anderezet nu, zeg ik, daar een bevolking neer van brave mensen die allemaal precies eender gekleed zijn: de zoon zoals de vader, en de vader zoals de grootva der, he s, .Heine meisje zoals het volwassen meisje, en de moeder zoals de grootmoeder. En dat is dan Wemei- uiligeIk hoop dat ge Gr er nu enigszins een voorstel- 1ing van kun t mak en. houd goed voor ogen dat elk huis op zich zelf een aj-lerschattigst woninkje is en dat al die costuums, voor stuk, een lust voor het oog zijn. Die boeren dme, zowel klem als groot, geheel in fluweel on zwart 1 mm en gekleed gaanzien er zeer verzorgd uit met hun

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1974 | | pagina 16