-30- korte broek, hun grove kousen die verdwijnen in schoe nen met grote zilveren gespen, hun hooggesloten ves ten met een dubbele rij Zeeuwse knoopjes, hun jasje tot hun middel, hun zilveren platen aan hun broeks band, en hun gouden knopen onder hun kin. Voeg bij dit allee; een keurige vilten hoed met een van achter op -en van voren -als een soort klep- neer geslagen rand, en dan hebt een idee van de Zuid-Bevelandse mannen kleding, een kleding die aardig is voor kinderen, zwierig voor mannen, schilderachtig voor grijsaards, en die steeds en in alles zeer apart en zeer persoon lijk is, Be uniform van de vrouwen (ik ben wel genoodzaakt dit woord te gebruiken) is al even merkwaardig en al even bekoorlijk, he modellen en de opschik blijven eender, vanaf hun prilste jeugd tot de onbarmhs.rtige leeftijd waarop het door de jaren gebogen lichaam helt naar de aarde die het weldra een laa.tste woonplaats zal bieden. Van de wieg tot het graf hebben al die boerenvrouwen blote armen, allen hebben het boven lichaam bedekt met een zeer nauw aansluitend jakje, waarover een met een bloedkoralen siersjjeld vastgesto- ken halsdoek bevallig wordt geplooid, en allen hebben het gelaat omlijst door dat soort mutsen met brede kanten stroken, die meer weg hebben van een sluier dan van een muts. Voeg daarbij nu nog een gouden voorhoofas- plaat gouden spiraalvormige sieraden tegen de slapen, een bloedkoralen halssnoer, een overdadige hoeveelheid ringen aan de handen en sierspelden op het jakje, in een woord een hele berg kostbare kleinodiën. Zo ziet het bovenlichaam er uit, druk versierd maar rijzig in zijn fraaie kleding, rank in zijn tooi, tenger en fijn, en waarvan de slankheid nog meer uitkomt door een enorme, tamelijk korte rok die drie meter wijd is en die, daar hij door een geheimzinnig kussentje er onder af staat van de heupen, er uit ziet als een klok, waarbij men zich de beide slanke benen die er

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1974 | | pagina 17