,-10-
Als dan bij de verdere nasporingen wordt geconsateerd,
dat de bewuste Joseph de Laet rooms-katholiek was, is
Hil Bottema er helemaal van overtuigd dat deze man niet
Jantje de prentenknipper geweest kan zijn, aangezien in
zijn prenten daarvan -n.l. van zijn roomse gezindte-
niets blijkt. Reeds eerder in haar opstel had de schrijf
ster verondersteld, dat'Jantje, gezien de aard zijner
bijbelse voorstellingen, uit een streng calvinistisch
milieu moet zijn voortgekomen.
Ik kan het met Hil Bottema niet eens zijn, wanneer zij
om die reden Joseph de Laet (of de Laat) uitschakelt als
de man die de gezochte prentenknipper zou geweest kunnen
zijn.
Wanneer we de prenten van Jantje aan een nadere be
schouwing onderwerpen, dan valt ons op de speelse sier
lijkheid, waarmee ze zijn uitgevoerd. Dan is er zijn
voorliefde voor bonte kleuren, waarmede hij tal van zijn
knipprenten verlevendigt. Deze soms sprankelende fleurig
heid v/ijst naar mijn mening niet op de sobere en wat in
getogen levensstijl van de Calvinistische protestant,
maar veeleer op de ongedwongenheid en de zin voor kleur
en opschik, die zo vaak kenmerkend zijn voor de levens
sfeer in roomse kring.
Verder prijkt in een zijner bijbelse prenten "De straf
der Zonde" de zinnebeeldige Godsvoorstelling" de dne-
hoek met het Alziend oog; een symbool dat we in vele
rooms-katholieke kerken (en huizen), maar nooit an pro
testantse kerkgebouwen van het Calvinistische type, als
decoratieve versiering tegenkomen.
Ook is het opmerkelijk dat de bijbelse namen, voorkomen
de in enkele door hem uitgebeelde bijbelse "caferelen,
geknipt of gesneden zijn in de spelling die voor o.cze
namen uitsluitend bij de rooms-katholieken in zwang is,
n.lo Moses, EliasJonas, Salomon, Gasemani enz*
Iemand van Calvinistische huize zal allicht bij het weer
geven van bijbelse namen de schrijfwijze volgen zoals
-11-
lnProtestantse kringen gebruikelijk is, t.w. Mozes,
-^lia, Jona, Salomo, Gethsemané.
Kortom het wil mij voorkomen dan Jantjes artistieke
^.n ups els meer karakteristiek het werk zijn van een Katho-
--ILÖ.U dan van een Calvinische maker.
r'a tuur li jk wil ik geenszins beweren dat we nu in Joseph
ae .,cie-c eindelijk de man hebben opgespoord wiens alias
anuje ae prentenknipperis. De tot nu toe beschikbare
^gegevens zijn te vaag en te ontoereikend om dit zonne-
unaar ce bewijzen. Maar evenmin wil ik zo oositief stel-
v"!?' ?el^k Kil ?ottema dat doet, dat Jantje per sé niet
-^.-Mioliek moet zijn geweest.
a. ^aar hoe het ook zij» Let probleem van Jantjes identi-
o is nog niet opgelost. Voorlopig zal hij dus no-°* in de
Zeeuwse folklore alleen maar onder zijn'bijnaam aangete-
blijven als de "bekende onbekende15zoals Hil Bottema
aem m de titel van haar bijdrage in ;?Antiek;i aanduidt.
Zon-.er twijfel zullen er ook in de kring van abonnées
van Varia Zelandiae wel enige lezers gevonden worden, die
ooit wel eens iets van onze prentenknipper hebben gehoord
en dj.e er met mij gaarne achter willen komen, waar, wan-
iiGOi en onder welke naam hij in een doopboek en vervolgens
an een register van de burgerlijke stand werd ingeschreven,
-openlijn is er iemand die wat meer licht op de persoon en
ae ax^onst van de populaire knipper kan verschaffen en die
er misschien inslaagt eindelijk zijn ware naam uit verha-
en os. papieren te voorschijn te brengen.
'tenslotte nog een opmerking over de afgedrukte prent
van ae doerdomj Rcigersburg (dit moet zijn Reigersberg^)
^n,Jj0ueaa vermeldt dat dit een afbeelding Is van de in
K- verwoeste hofstede "Reigersberg" in de Oude Sint
oos^.ndpolderBier meen ik een vraagteken te moeten
plaatsen, aangezien de schuur die Jantje in zijn prent
uixeeoldt een heel ander type is dan die die van de ver-
uivonen schuur op deze hofstede. De hoeve die de prent
4t
A