lijkr doel was altijd geweest, een onderwijzersstudie te
volgendoch het bleef nu bij de lagere school, extra taal
lessen (vooral Engels) en' daarna knecht aan boord van het
beurtschip
Zijn taallessen kwamen hem toch te pas, want als in mijn
prille jeugd de zgn. Engelse barges Yerseke aandeden om
vrachten oesterschelpen in te nemen, kregen we op sommige
avonden wel bezoek van een kapitein van zo'n opvallend
zeilschip en kon er druk in diens moedertaal geconver
seerd worden,
Mijn vroegste, nog onbewuste ervaring met de beurtvaart,
had ik reeds in mijn eerste levensjaar» Het verhaal ging,
veel later, dat ik zelfs nauwelijk ontkwam aan het feit om
aan boord het eerste levenslicht te aanschouwenZover
kwam het niet, maar in elk geval maakte ik,al zeiltochten
naar Rotterdam en Dordrecht mee in.dat eerste jaar, dat
nog ruimschoots voor het begin van de Eerste Wereldoorlog
viel. Voor mijn moeder, van huis. uit. landbouwersdochter,
was dat toen, meer dan. voor mij, een Ingrijpende ervaring.
Het vaartuig, waarmee toen éénmaal in de veertien dagen
detocht ondernomen werd, was het ijzeren klipperschip
"DE"WAAKZAAMHEID"groot 64 ton en getuigd met gaffelzeil
en fok. Achterop was een echte kajuit, waarin voldoende
woonruimte, en - op eert wat lager niveau, dus onder het
achterdek - meerdere slaapplaatsen. De knecht had zijn
verblijf in het vooronder., waar ook extra zeilen, en andere
schsepsbenodigdheden werden opgeborgen.
DE RDUTE, die gevaren werd, liep van Yerseke Hp Oüöter-
schelde opdoei;;"'het Schaar van Wemeldinge, richting
Stavenisse; dan via Keeten, Mastgat, Zijpe,. Krammer, Vol-
k<=rak, Hollanosch. Diep, Dord.-tsche Kil. De Noord en De
Nieuwe Merwede naar Rotterdam.
Nog vóór we de 'leeftijd ivan schoolbeginners hadden be
reikt," leerden we op deze reizen de bijzonderheden van
wind, water, stromingen, slikken en van de levende have
In het water, In de lucht en op de slikken en zandbakken
van nabij, kennen
Soms moest er. bij sterke tegenstroom en weViig of geen
wind, onderweg, geankerd worden tot de stroom zijn kracht
had verloren en-in omgekeerde .richting ging lopen. In die
tussentijd nam de schipper (mijn vader dus) de roeiboot en
bracht ons naar een nabijliggende zandbank. We maakten ken
nis met de vogels, de krabben en op enige afstand —..met
de toen nog veelvuldig voorkomende zeehonden en bruin
vissen.
- Het kwam ook voor, dat bij to'tal'e'windstilte en gun
stig getij, geboegseerd ..moest wordend.w.zde roeiboot
werd vóór het schip gebracht om dth al roeiende wat voor
uit. te komen. Dit was een züaar en, naar onze mening,
weinig profijt opleverend karwei. p
Interessanter -was, als.de schippértegen etenstijd en
bij. rustig, zeilweer, het roer aan ons (8- a 1ü-jarige) in
handen gaf en na instructies betreffende koers en .beton
ning, zijn" maaltijd bonedendeks ging nuttigén. Dit gebeurde
soms. ergens tussen Zijpe. en Dord.tsche Kil, waar ruimte was
en een. duidelijke betonning. We hielden koers via die he;
tonning (waarvan we de betekenis, snel aanleerden) en op
b.v. een toren ergens aan de oever in de verte.
Aan wedstrijdzeilen 'werd af en toe ook wél gedaan. De
beurtschippers met hun klippers en'tjalken op weg.naar
Rotterdam, troffen'elkaar soms op de route naar de Dordt-
sche Kil en dan werd op de vaarweg naar en over het Hol
landsch- Diep bij goede en flinke wind geraced om het eerst
De Kil te. bereikenDit leverde een prachtig'tafereel op,
dat zo'n 60 jaar geleden nog te genieten viel.
Ook in omgekeerde richting was een ontmoeting wel eens
het geval, wanneer een aantal schippers na Dordrecht bij
stormweer in De Kil ankerde om het luwen van de'storm, af
te wachten. Dan ging men bij elkaar aan boord voor de kof
fie en 'voor de borrel.
De wateren van het. Hollandsch Diep en verder "westelijk kon
den dan zó ruw. zijn, dat, wie. eenmaal.- onderweg was, soms
een vluchthaven'moest zien te bereiken. Ik herinner me zo in
geval, dat met veel moeite het woelige water door middel
van sleepboothulp moest worden verlaten om in Bruinisse
een veililigë ligplaats te bereiken.
0ij rustiger weer onder zeil zijnd, had de schipper blijk-