- 20 - tijdens een tournooi dat die: van Hoe&akenskar ke hielden tegen die van Brabant op maart 1A13 in de Oost polder t e' Kr abb e n dijke In het jaar lAl3 schreef de (overigens onbekende) dichter Jacob van Oostvoorne san gedicht met de titel "Vander ghilde der Blauws Scuter" Pet geheel is e~en merkwaardig gedicht, In feite is het be do eld" als een .soort oorkonde, waarin de handvesten en keu ren van het "Ghilde der Blauwe Scuten" worden bevestigd. Dit Gilde van de Blauwe Schuit kunnen we misschien het bést omschrijven als een carnavalsvereniging, hoewel een vergelijking in de. tijd altijd gevaarlijk. is. Zoals iedere (echte) oorkonde begint ook deze oorkonde met e~er aanhef, In de aanhef van een oorkonde vinden we altijd der schenker van de betreffende keuren vermeld* Maar helaas ontbreekt die aanhef in ons gedicht; we weten dus niet, wie deze keuren heeft uitgereikt. Volgens de oorkonde kunnen "alle ghe.se 11 en van wilde ma nieren" lid worden van de Blauwe Schuit., De dichter noemt heren, ridders of knechts", "gheestliken heren", "papen ende clerken""moniken ende begheve lude (kloosta lingen)", "poorters in die stede", "gueden vroukijns fijn", "mannewiven" (getrouwde vrouwen), "maechden", "joncwiven" en verder "alden gueden ghesellen", De dichter geeft voor. ieder voorwaardentot toetreding die er allen op neerkomen., alle deugden opzij te zetten en geld en bezittingen "te beleggen" in wilde feesten. "Ende die nachts waken en braken, Want si int gheselscop raken, Ende die niet en moghen doen of werken, Ende die harde nauw merken, Wat die: beste ghesellen sijn, 1st in bier of in wijn." Zo te. lezen, kon dus iedereen lid worden van het gilde maar de dichter maakt uitzonderingen voor "moerdbranders (iemand die. een huis in brand steekt en de eigenaar ver moordt), dief of moerdenaer, Zerovers of verraders, Boers sniders (beurzensnijderszakkenrollers)". Zij konden geen. - 21 - lid worden, evenals "die. wiven die sijn van sulken leven, dat si daer niet om en gheven, mit wien si sijn of mit hoe veel". Tot slot van de gilder egels wordt nog vermeld, dat deze regels zullen gelden tot "in ewichede". Zoals in iedere, oorkonde, sluit men ook hier af met der. datering en de naam van de schrijverNu komen we. op het punt, v/aar de naam Ho&dèkenskerke komt opduiken, zodat hert gedicht van belang is: voor voor zijn:, geschiedenis Het slot luidt als volgt: "Ghegever in ons Heren jaer M» GCCC ende XIII voerwaer, Ppten rechten Vastelavont, (7 maart lAl3) Als die: van Brabant wel is pont, Doe si in Oestpolre staken, Ende die speren in die. eer van vrouwen braken Jeghens die: van Oedekiins kerke, Hier bi so machmen merken, Hoe dit ghilde in Brabant quam, Ende men dit gb.ilt annam. Mer dit ghilt was langhe te voren TAntwerpe" verheven ende vereoren, Eert die van Brabant ophieven; Mer tAntwerpen en sijn ghien brieven Noch gheen hantvasten, hoe si souden leven, Si en worden hem hier na ghegeven Uten hantvesten ende uten coren, Die Jacob dichte van Oestvoren. Salus Regina Miseris 'Hoe moetan w.a ons dit slot begrijpen? Het werd geschreven op 7 maart l4l3op Vastenavond. Op die dag, waarop ook nu nog velen de bloemetjes buiten zetten, werd er een toernooi of steekspel gehouden tussen een groep uit Hoedekens- kerke en ear groe.p uit Brabant. Om elkaar wat tegemoet ta komen, werd het steekspel gehouden in de Oostpolder bij Krabbendijke.. Tijdens dit feest wérd. hat "Gilde van de Blauwe Schuit" door de Brabanders opgericht en beschreven. Maar., zegt Jacob van Oost-

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1978 | | pagina 12