- b< -
zich toen si met de beurtvaart bezig hield, blijkt niet zo
veel- later, dat dit zijn beroep was; zo o;.a. uit lijsten van
namen van vele Yersekse schippers, die bij de gemeentelijke
overheid aandrongen op verbetering van de havencapaciteit
aldaar. Deze was aanvankelijk bedroevend slecht en werd
voortdurend slechter door het snel toenemende aantal vis
sersvaartuigen, dat bij de oester- en mosselcultures betrok
ken was.
Reeds in december 186? werd' door ee:n aantal schippers
aan het Bestuur van de Breede Watering bewesten Yerseke
verzocht, hun vaartuigen gedurende de winter aan de: dijk
achter het dorp te mogen meren. Het ging hier om de dijk
zuidwestelijk van de Burenpólder. Bij de aanvragers waren
zeker ook één of meer beurtschippers.
In 1871 werd dan met de aanleg van de haven begonnen en
na gereedkomen bleek al spoedig, dat uitbreiding,' gezien het
toenemend aantal vaartuigen, noodzakelijk werd.
Bij de vissersschepen waren ook enkele beurt vaar der swaaron
der het vaartuig van mijn grootvader, die ook later, o.a. in
1886 vermeld' wordt op de lange lijst van schippers, die toen
bij het gemeentebestuur, opnieuw aanklopten om de oostelijke
havendam te verlengen, teneinde: het uitvaren en binnenlopen,
vooral bij veel wind, te vergemakkelijken. Het betrof toen
ruim 60 eigenaren van zeilvaartuigen, waarvan uiteraard de
meesten tot de visssersvloot behoorden. Omstreeks 1900 telde
de vloot ook reeds enkele raderstoomboten.
De beurtvaart op Rotterdam en Dordrecht werd ondernomen
met zeilschepen en het kwam maar heel zelden voordat het
gehele- traject in één dag afgelegd kon worden. Windstilte,
een ongunstig tij of opkomend stormweer, deden nogal eens' wat
variaties in het verloop van de tocht optreden, waarbij dan,
al naar de omstandigheden, op stroom geankerd werd of ge
tracht werd een vluchthaven te bereiken.
Opvolging in de familie.
Mijn grootvader was dus vele jaren beurtschipper op Holland
en tenslotte deed zich de vraag voor, wie nog voor 1900 zijn
opvolger zou worden. Aanvankelijk zou dat Adriaan (broer van
mijn vader) v/orden, doch deze, eerst vanaf Wemeldirge de beurt-
ccrr^ïCcs/iótvdBe&ré,
(Uit Hollandsche Schepen, door G. Groenewegen, 1789)
o