- 42 -
beuue:
Dat men in Arnemuiden van oudsher allerminst op een ba
zige indringer gesteld is en dat men in die stad van zijn
hart geen smoorkuil maakt, ondervond de Franse commandant
aldaar op 7 Augustus 1804.
Inv. Lasonder Arnemuiden, 187, o, luidt als volgt:
MEMORIE! Klagte van den Lieutteyant
L. A. Dessiner, Comman-
te Arnemuijden!
A n 1
Den Beljue! en
Regeering! van Arnemuijden
Teegen
Den Burger 0: Dossen,
uoonende alhier.
Beljue! en Regeerders! deezer Stad!
Het was op dingsdag den 7de deezer, dat onderga. des
middags cirka twee uuren volgens zijne gewoonte voor zijn
quartier op de bank was zittende. Scheun teegen de deur
oover stond een waagen, alwaar het klijne jonge tie met
het meisie van gemelde 0: Doossen op speelden. Middeler
wijl neemd het meisie de hoed van het jongetie en smijd
den zeiven op den grond. Badeneerender wijse loopt den
ondergeteekendeneemt den hoed, hangt den zeiven an een
der vensters. Edog het jongetie beginnende te heullen,
geef ik direkt den hoed weeder.
Dit den zoon Frans ziende, bediende zig van te seggen:
"Blixemskind, hangt u eijgen muts of u ziel 'daar aan!"
Waar op ik in mijn Poijer jas tenue?) na hem toe ging
met te zeggen, welke uijtdrukkinge hij zig veroorloofde;
dat ik met het kind badeneerde, gelijk ik meer gedaan had.
Waar op booven gemelde toeschoet- met te zeggen"Bederver
van mijne kinderen, laat mijne kinderen met vreeden en loop
hun niet overal naa." De meergemelde zoon zijde:"3a, gij
bent een grooten heere van S- Geld." Waar op zij
bijde bij de smit in heus zijn gegaan^: "Koomt hier, dan zul
len wij u raaken!" *met te "zeggen^
Ik wilde hier proef van hebben en hun het terdeeg onder
- 43 -
onder het oog. brengen. Terwijl zij na geene reedenen wilden
luijsterenvoerde ik hem te gemoet, dat hij een buffel was
en wilde heen gaan, maar wierd hier in verhinderd door een
slag, door de vaader, welke ik met mijne linke hand pareerde
te gelijkerteid stond de zoon met. een eseoon of stok in zijn
hand.
Daar mijn carakter het niet billikte om mij handgemeen met
hun te rnaaken, zo retireeFde ik mij en ik van hun ge volgt
wierd, ging ik in mijn caamer, klede mijn en vertoon hun, wie
ik was, om te beproeven, of zij nog eens lust hadden om te
slaan
Op dit ogenblik ontfing ik hier veele laage en hoonende
woorden. De zoon Frans zijde, dat ik eene schurk was en de
vaader bevedclgde het met te zeggen: 3ij bent niet. veel
beter
□ver deeze groote en verregaande beleediging en injue-
riën eijst den ondergeteekende als een Officier van Eer op
het instantelijkste satesfaxie.
de
Actum Arnemuijden, den 7= Augustus 1804.
Heill Agting,.
1 (w.g.) L.A. Dessiner,
t. d
e Com=
De reactie van de baljuw (beljue!) en raad van Arnemuide
op deze wederzijdse scheldpartij is onbekend.
Geit en kool zullen gespaard zijn!
CANTERBURY P.A. HARTH00RN
AANVULLING:
De zegewens aan oud-burgemeester De Mauregnault is van
de predikant Pieter Angoisse.