- 68 - VLIEGER "Ielken ochend wor 'k bliee .wakker en Ik dienke'Ik magge awwee. an 'n nieuwen dag begunneI Dat verwacht men niet, te vernemen uit de mond van een voor 100 vleugellammehalfdove en halfblinde vliegenier TOCH zijn dat woorden van DRIES V/AN DER POEST CLEMENT, thans 72 jaar, die 35 jaar geleden met zijn Auster in het Teutoburgerwald crashtei In het vorige nummer hadden we al een rijm over Dries van de hand van Ha—Vee—UJee Henk van Waard, redacteur van de Middelburgsche Courant). Nu hadden we weer eens een lang gesprek met Dries over zijn levensloop; ten over vloede mochten we beschikken over krantenknipsels uit "De Stem" en "De Middelb. Crt" en "Het Algemeen Dagblad" en vooral over artikelen uit het blad "Cockpit" (1962, No. 2, p. 54 e.v.) en "Schelde-zoom" (1967, No. 15, p. 4 e.v. en No. 16, p. 4 e.v.). In "Schelde-zoom" is hij zelf aan 't woord onder de titel "Toen ik leerling—vlieger was" Hij werd geboren te Nls.se op 2 november 1908 als zoon van Andr. van der Poest Clement (IV), die de laatste ei gen burgemeester van Nisse zou worden (1920 1946). Nadien was de burgemeester van 's-Heer Abtskerke/s-Gra- venpolder ook tevens burgemeester van Nisse zodoende vooruitlopend op de onzalige beslissing, per 1 januari 1970 uit'een ratjetoe één gemeente Borssele te vormen'. Via de Mulo en HBS te Goes het pure theoretische kon hem niet zo boeien ging Dries naar de Electrotech- nische School In Amsterdam. Electrotechnicus' was het toch ook weer niet helemaal, in de vacanties sloeg hij graag het vliegtuigbewegen gade op Soesterberg, staande 'aan de rand van de vlieghei Destijds had hij de koene vlieger Ban Olieslagers (Ant werpen 1883 1942) in Kralingen met overgrote belang— - 69 - stelling gadegeslagen tijdens zijn gewaagde experimenten met een oer-Farman of een oer-Blériot* Als zo'n apparaat van 2 m hoogte neerviel, was alles in kachelhout en in flarden. De aeronaut kon zoiets doorgaans overleven, maar ongelukkigen die van groter hoogten neerstortten, konden het niet navertellen. In de Pionierstijd van de Vliegerij lieten velen het leven'. Het was Dries' verlangen, éók aviateur te worden, net als San Olieslagers, de Antwerpenaar, die véér en na de Eerste Wereldoorlog overal vliegdemonstraties kwam geven. Heel Nederland en Vlaanderen zong de schlager: "Als Olieslagers dood is. Dan krijgen wij misschien De helleft van zijn centen En ook zijn vliegmasjien." Na de Eerste Wereldoorlog kwamen daar nieuwe Helden-van -de-Lucht bij, zoals bijv. Mermoz, De Saint Exupéry, Bird, Amundsen, Anthony Fokker en zelfs een dame: Amelia Ear- heart Hetymoest en zóu'bij Dries de LUCHTVAART worden I Hij was in 1926 bij de laatste lichting Nederlandse dienstplichtigen die door middel van "loting" wel of niet onder de wapenen werden geroepen. Trok men een hoog num mer, dat lootte men "Vrij" en trok men een laag nummer, dan lootte men "Erin". Met zijn lichting uit de omgeving lootte Dries ten gemeen tehuize van Ovezande; hij was één van de laatsten die een "noemertje"mocht trekken. Lang aarzelde hij, want hij dacht te weten, dat zijn hele toekomst hiervan afhing: hij moest een laag nummer trekken, anders kwam hij niet bij de vlie gerij. Tenslotte moest men Dries aansporen, zijn nummer toch te trekken een greep het was 2. Dries was daardoor dienstplichtig geworden! Op de vragenlijst vulde hij alleen maar in, dat zijn voor keur uitging naar de "Luchtvaartafdeeling (LVA) Soester berg". Pas veel later vernam hij, dat hij toch wel bij de LVA had kunnen komen, als hij was vrijgeloot!

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1980 | | pagina 36