16
EEN NIEUW LIED
het vermaarde dorp Wemeldinge ui|n1700, opgetekend
r Adriaanse Leys anno 1801 den 5 maart te
Wemeldinge
Mijn waarde Wemeldinge, wijd vermaard,
Ik prijs U boven al.
Gij zijt een dorpje, hoog van waarde,
Gelijk ik zingen zal.
Gij zijt er voorwaar een plaats zeer schoon.
Wemeldinge spant er bovenal de kroon.
Zeer schoon, zeer schoon, zeer schoon.
Schouwt men de plaats eens rond,
Dan ook aan alle kant.
Die staat zeer lieflijk en pront
Schier overal beplant
Met mooie groene bomen fier,
Die staan op deze plaats alhier.
Zeer groen, zeer groen, zeer groen.
Beschouw eens van daar in het algenvcen
De huizen door mekaar. -
Die staan ook wel, zo groot als kleen,
Zeer netjes altegaar.
Een kerk met water in het rond
Erbij een toren, nog zo pront.
Zeer hoog, z.h., z.h.
Een toren, waar de klok in slaat;
Een wijzer daar ook aan.
Als wij onz' ogen naar boven slaan,
Zien wij de hane staan:
Die heeft ook een vergulde nek
Van zijn staart tot aan zijn bek.
Zeer geel, z.g.» z.g.
En als men er ook eens in wil gaan,
Dan ziet men in 't gemeen
Alle de witte stoelen staan:
De bogten, groot en kleen.
Een weergaloze predikant
En een schoolmeester vigilant.
Zeer goed, z.g., z.g.
17
6 Het dorp ligt ook al regtuit
Met stenen, mooi en goed;
Beplant met hoge bomen regtuit,
Zeer liefelijk en zoet.
En als men over 't dorpe gaat,
Dan ziet men de school en raadhuis staan
Aan de noordzijdt enz.
7 Het dorp is ook wel voorzien
Van menig ambachtsman:
Een wagemaker en smeeliën
En ook van timmermans.
Zij maken de glazen met verstand
En snijden het glas met diamant:
Dat sluit, d.s., d.s.
8 Wij hebben op onze plaats alhier
Een vroedmeester-chirurgijn
En ook vijf slagtertjes na de zwier
En ook een wevertje hups en fier
En ook twee schoenmakertjes na de zwier;
Die staan op deze plaats alhier
Voor baas, v.b., v.b.
9 Daar is hier nog vrij wat man;
En dat op deze plaatsl
Ook drie kleermakers en zes winkeliers
En ook nog een bakkersbaas
En nog drie dakdekkers zijn er ligt:
Die maken de huizen en schuren dicht
Met riet, m.r., m.r.
10 En als men van het dorp afgaat
En dan wat verder ziet,
Dan ziet men de molen en brouwerij aan,
Die zorgt voor een gezonde bier.
En als we daar wat verder gaan,
Ziet men al de landerijen aan.
Zeer mooi, z.m., z.m.