-4-
M Alsmen screef duysent vijfhondert ende dertich
den vijfsten dach Novembris, 't wordt u ontdect
doen ghebeurder jammer ende druck seer smertich
ten tijden vanden Keyser Carolus die vijfste effect
Eenen groten hooghen vloet isser ghestrect
Over cjheheel Zeelandt duer tgroot mishaghen
sag men menich mensche weenen kermen en deerlick
claghen."
Dank zij enige bewaard gebleven charters en andere
oude middeleeuwse oorkonden, grotendeels berustend in
het Rijksarchief te Utrecht, weten we 't een en ander
over de vroegste geschiedenis van Rilland en over de
heren die er toen heerlijke rechten bezaten. Ook be
treffende de herkomst van de naam der heerlijkheid
bestaat er een aanvaardbare verklaring.
In het standaardwerk "Nomina Geographica Neerlandica"
(=Aardrijkskundige namen van Nederland) verscheen in
1892 een bijdrage van de hand van de heer 3.Broekema,
toenmaals bibliothecaris van de Provinciale Bibliotheek
in Zeeland, over de herkomst van de naam Rilland.
Blijkens de verhandeling van de heer Broekema wordt van
het dorp Rilland voor het eerst melding gemaakt in een
oorkonde van omstreeks het jaar 1188. De plaats wordt
daar aangeduid als "Reilande". In daarop volgende oude
bescheiden wordt de naam van de heerlijkheid Rilland
verschillend geschreven, o.a: Ridlant in 1223, Rielant
in 1229, Rietland in 1255, Riellant in 1276, Rilant in
1284, Ryeland in 1331, Rieland in 1341 en verder
RillantRillandt en Ryllandt.
In dezelfde verhandeling wijst genoemde schrijver er
op, dat de naam Rilland van dezelfde oorsprong is als
Ritthem, een dorp in Walcheren, en Renesse, een dorp
in Schouwen. Van Ritthem noemt hij o.a. de vormen:
Rithem, Riethem, Ryethem en van Renesse: Rietnesse,
Riedenesse, Ridnesse. Bij nauwkeurige beschouwing,
aldus Broekema, van bovenstaande vormen blijkt, dat
de eerste lettergrepen van Rilland, Ritthem en Renesse,
hoe verschillend thans ook gespeld, van gemeenschappe
lijke oorsprong zijn. Alle drie zijn afkomstig van het
woord "riet"; vgl. Rietland - Rilland, Rietnesse (Rie
denesse) Renesse, Rietheim Ritthem. Riet was in
het Middelnederlands "riede". De naam Rilland is
dus samengesteld uit riet er land, Ritthem uit riet
er, heim en Renesse uit riet. en nesse (=nisse).
De drie plaatsen zullen volgens de schrijver hun
ontstaan te danken hebben aan de vele rietvelden,
die er tengevolge van hun lage ligging voorkwamen.
Het staat vast, dat de Heerlijkheid Rilland haar
eigen stamhuis had, dat zijn naam er aan ontleende.
Dit blijkt Lit. diverse zeer oude bescheiden, waarin
enige malen namen van leden uit het geslacht Rilland
worden aangetroffen. Zo wordt in een document van
het jaar 1223, als in deze streken thuis behorende,
genoemd Gillebertus de Ridlant. Een oorkonde van 1255
vermeldt de naam Belard van Rieland. In een oorkonde
van 1273 wordt melding gemaakt van Elisabethvrouwe
van Rilland, gehuwd met Aernoud van Leuven, jonkheer
van Gaasbeek. In deze oorkonde bevestigen genoemde
Elisabeth en haar echtgenoot op 17 mei 1273 de schen
king door heer Hendrik van Scoton in 1187 gedaan aan
de abdij van Duinen ven "villam de Waerdo en perro-
chiam, sitam in territoria de Rietland" (=de hofstede
en de parochie van Waarde, gelegen in het gebied van
Rietland)
In een charter van 1341 troffen we aan de naam Gillis
Dansz. van Rietlant. t'an deze telg uit het geslacht
Rilland vermeldt dit oude document, dat hij op 31
maart 1341 door de Graaf van Holland en Zeeland ter
verantwoording was geroepen, omdat hij zich met rog
enkele andere Zeeuwse edelen had schuldig gemaakt aan
doodslagen en vijandelijkheden.
Meer dan deze spaarzame gegevens zijn omtrent de heren
uit dit adelijke stamhuis Rilland niet mede te delen.
Althans in de ter beschikking staande bronnen van na
het jaar 1341 kómen we geen personen meer tegen, die
de naam Rilland dragen. Daaruit mag wel als vaststaand
worden aangenomen dat dit geslacht reeds vroeg is uit
gestorven