draagkracht van de bodem en naar de grondwaterstand gekeken worden.
- Om een aantrekkelijk woonklimaat te scheppen zal er voldoende groen in de
plannen moeten worden opgenomen, mogelijkheden voor sport en spel en
gezorgd moet worden voor een goede bereikbaarheid van voorzieningen als
school, ziekenhuis, etc.
- Bij de vormgeving is het gewenst om ervoor te waken dat de nieuwe uitbreiding
een saai, monotoon geheel wordt. Gelijksoortige seriebouw zou men in de
kleine dorpen eigenlijk helemaal niet moeten toepassen. Hoogbouw en middel-
hoogbouw kunnen alleen in uitzonderingsgevallen in Middelburg en Vlissingen
worden gerealiseerd.
- Een nieuw bedrijfsterrein kan het beste een plaats krijgen tussen de woonkern en
de doorgaande weg. De omvang van zo'n terrein en van de daar te vestigen
bedrijven moet aangepast zijn aan de schaal en het karakter van het dorp of de
stad.
In het provinciaal beleid krijgt de stads- en dorpsrand een bijzondere aandacht. In
het algemeen moet de overgang naar het landelijke gebied geleidelijk verlopen en
mogen er geen harde randen worden gecreëerd. In iedere situatie zal op de
specifieke omstandigheden moeten worden ingespeeld. Daardoor kan in som
mige gevallen een meer uitgesproken overgang acceptabel zijn. Dit kan bij
voorbeeld voorkomen als de stad- of dorpsrand bij een barrière zoals een
spoorweg, een kanaal of een autoweg ligt.
Er wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke ruimtelijke stabiliteit van de rand,
zodat de randfuncties zich harmonisch kunnen ontwikkelen. Voor nieuwe ont
wikkelingen geldt dat de oorspronkelijke structuur van het landschap uit
gangspunt moet zijnde visueel-ruimtelijke identiteit moet zoveel mogelijk
worden gehandhaafd.
<^AP\D^
Dorpssilhouet Gapinge
De geleidelijke overgangen hebben niet alleen een ruimtelijk aspect (van gesloten
naar open) maar ook een tijdsaspect (van oud naar nieuw). In dit verband moeten
de cultuurhistorisch waardevolle dorps- en stadssilhouetten worden betrokken in
de afweging van verschillende belangen bij een uitbreiding. In figuur I is
aangegeven vanuit welke richting die min of meer gave silhouetten aanwezig zijn.
104