In 1986 herdachten we de (veertig jaar eerder voltooide) droogmaking van
Walcheren; dit jaar is het veertig jaar geleden dat de Herverkavelingswet
Walcheren werd aangenomen, terwijl dertig jaar terug die herverkaveling werd
afgesloten. Maar voor een bezinning op het verleden wordt ons niet veel tijd
gegund, wanneer we bedenken dat inmiddels al weer bijna tien jaar lang wordt
nagedacht over een nieuwe en ingrijpende verandering. In plaats van een
herverkaveling zal die bestaan uit een ruilverkaveling. Maar ook die zal, hoe de
voorlopige plannen ook uitwerken, het aanzien van onze omgeving sterk gaan
bepalen.
En nu, anders dan in de naoorlogse jaren, zowel de tijd als de mogelijkheden
ruimschoots aanwezig zijn om mee te denken over die komende veranderingen,
leek het de redactie een goede zaak over dit onderwerp een aantal deskundige
auteurs aan het woord te laten. Allen behandelen zij, tegen de achtergrond van de
aanstaande ruilverkaveling, een aspect van het Walcherse landschap. Zo is dit
eerste deel van 'Walacria' geworden tot een themanummer. Wij hebben er naar
gestreefd u een zo compleet mogelijk beeld te geven van de problematiek. De
veelzijdigheid daarvan blijkt onder andere uit de soms zeer uiteenlopende
belangen die in het geding kunnen zijn, uit de variatie aan disciplines, en uit de
veelheid aan diensten en organisaties die bij een dergelijk ruilverkavelings-project
heden ten dage betrokken zijn. Het is in deze opzet onvermijdelijk dat auteurs
soms op eikaars terrein komen en niet altijd hetzelfde taalgebruik toepassen.
Allen schreven zij hun bijdrage op persoonlijke titel, ook al is een aantal van hen
door werkkring bij de voorbereiding van de ruilverkaveling betrokken. Over hun
achtergrond vindt u elders in deze kroniek beknopte informatie. De redactie is de
auteurs dankbaar voor de veelal spontaan geleverde medewerking.
In een oud en vroeg bewoond gebied als Walcheren speelt de geschiedenis van het
landschap een grote rol. De artikelenserie begint daarom met een bijdrage van De
Klerk over het aandeel van de mens in de wording en verdere ontwikkeling van
Walcheren. Van Haperen en Smulders behandelen vervolgens zowel het ontstaan
als de toekomstkansen van de meer natuurlijke rijkdommen in de vorm van de
vegetatie en de vogels. Zonder twijfel is de landbouw sinds lang de belangrijkste
gebruiker van het buitengebied. Sanderse legt uit hoe de relatie landbouw-
landschap zich op Walcheren heeft ontwikkeld en welke eisen voor de toekomst
daaruit voortvloeien.
Daarna schetst Bosch de ontwikkeling van de ideeën over de vormgeving van het
Walcherse landschap sinds de tweede wereldoorlog. Het gezicht van dat landschap
wordt meer en meer mede bepaald door stads- en dorpsuitbreidingen, hoewel die
meestal buiten de begrenzing van een ruilverkavelings-project blijven. Over deze
problematiek gaat de bijdrage van Herremans. Naast de landbouw legt de
recreatie steeds meer beslag op het Walcherse platteland. Deze ontwikkeling
komt aan de orde in een artikel van Vaessen. Tenslotte schetst Busser de gang van
zaken bij een ruilverkaveling in het algemeen, waarna een aanduiding volgt van de
veranderingen die Walcheren in het bijzonder te wachten staan.
6