Fase 3. Adempauze.
Rond de jaren zeventig werd het beleid ten aanzien van de openluchtrecreatie
opnieuw gewijzigd, nu naar aanleiding van discussies over de draagkracht van het
kustgebied, de recreatiebehoeften van de eigen bevolking en de alternatieven die
in Zeeland ontstonden of die men zag naderen (voor de toeristen) in onder andere
het Veerse Meergebied, Grevelingenbekken en Oosterscheldegebied. Vooral ook
van belang was dat men op beleidsniveau de gevolgen van de recreatieve
ontwikkeling voor natuur en landschap onder ogen ging zien, waardoor er
duidelijke vraagtekens bij de wenselijkheid van de voortgang van de op gang
gekomen ontwikkeling werden geplaatst. Dit leidde tot een beleid waarin het
accent niet meer lag op de kwantiteit, maar op de kwaliteit van de recreatie,
waarbij o.a. gedacht moet worden aan goed met voorzieningen uitgeruste
verblijfsaccommodatie met aanvullende dagrecreatieve voorzieningen, zoals
zwembaden, overdekte recreatiemogelijkheden en dergelijke.
57 0001
36 000
Figuur 3
Capaciteit verblijfsaccommodatie Walcheren.
Op grond hiervan werd een adempauze ingelast voor wat betreft de groei.
Gedurende deze adempauze zouden de grenzen waarbinnen verdere recreatieve
ontwikkelingen nog zouden kunnen plaatsvinden, bepaald moeten worden en
zouden in principe geen nieuwe verblijfsrecreatieve objecten in voorbereiding
worden genomen.
Er was in deze periode dan ook duidelijk sprake van terughoudendheid. Het re
sultaat hiervan was dat de capaciteit van de verblijfsaccommodatie als geheel in
1985 vrijwel even groot was als in 1975.
112