Op rijksniveau zien we de nota's voor de Ruimtelijke Ordening we zijn nu aan de vierde toe. Wat concreter zijn de diverse structuurschema's voor b.v. militaire oefenterreinen, buisleidingstraten, openluchtrecreatie, scheepvaartwegen, na tuur- en landschapsbehoud en ook voor landinrichting. In de structuurschema's wordt in grote lijnen aangegeven hoe verschillende landsdelen gebruikt moeten worden en welke ontwikkelingen in dat gebruik gewenst zijn. Bijvoorbeeld meer of minder verblijfsrecreatie. Ook wordt aangegeven welke maatregelen er genomen moeten worden om dat gebruik goed tot zijn recht te doen komen. Bij de provincies werken de structuurschema's door in de streekplannen. Tevens worden meer details gegeven, zoals b.v. de gewenste omvang van dorpen. De laatste stap wordt gevormd door de bestemmingsplannen van de gemeentenhier zijn vooral die voor het buitengebied van belang. In deze plannen wordt nauwkeurig geregeld welke functie een stuk grond heeft of zal gaan krijgen en hoe aan die functie gestalte zal of mag worden gegeven. Kapot gereden bermen (Van Vollenhovenweg Serooskerke) Aan het eind van deze trits van bestemmen is echter nog niets gedaan. Het doen wordt voor een deel overgelaten aan de economische krachten die maken uit of er wel of geen huizen gebouwd of industrieën gevestigd worden. De overheden nemen in principe alleen die maatregelen die de noodzakelijke voorwaarden scheppen voor een gebruik dat de toegedachte functie stimuleert of behoudt. 122

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1987 | | pagina 124