verband is de situatie die de eilandbewoners zo rond het jaar 800 aantroffen. Die bestond uit een grillig patroon van brede en smallere kreekruggen, opgebouwd uit zandig materiaal en afgewisseld met poelgebieden waar zware klei aan de oppervlakte en veen in de ondergrond lag. Een landschap zoals we dat heden ten dage nog kunnen vinden langs de Westerschelde bij Saaftinge. Dit geheel van De gearceerde gedeelten zijn de veenloze gebieden op Walcheren (volgens onderzoek dr. A. W. Vlam). UitWilderom, Afsluitdammen ID. hogere kreekruggen en lage poelen of kommen, het zogenaamde oudland of kernland van Walcheren, is sindsdien in hoofdzaak onveranderd en vormde het uitgangspunt voor menselijke ingebruikneming. Alleen in het noorden van het eiland, in een strook van Westkapelle via Oostkapelle naar Gapinge, was een wat afwijkende situatie ontstaan. Dit gebied van zo geheten kleiplaatgronden vertoonde minder grote hoogteverschillen. Aan de zeezijde en wat verder westelijk gelegen dan nu sloten de voorlopers van de huidige jonge duinen het toenmalige Walcheren af. Vooral in het noorden en het zuidoosten was de begrenzing van het eiland een heel andere dan tegen- 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1987 | | pagina 19