in het open poelgebied tussen Middelburg, Grijpskerke en Sint Laurens. Nog
altijd herinneren daar wat hollebollige weitjes aan die vroegere vorm van zout- en
brandstofwinning. Maar een aantal van de buitenplaatsen uit veel latere tijd kon
verdwijnen zonder ook maar één landschappelijk spoor na te laten. De structuur
van de vluchtburg uit nota bene de negende eeuw laat zich door een kind in de
hedendaagse binnenstad van Middelburg aanwijzen. Maar wie op zoek gaat naar
het vroegere kerkdorp Buttinge of Schellach of Sint Janskerke vindt maar heel
weinig landschappelijke aanknopingspunten.
Er is nog iets anders aan de hand. Sommige veranderingen, sommige elementen
hebben zich vroeger kennelijk goed ingebed in het landschap van dat moment,
terwijl andere zich daarentegen maar bar weinig van de eerder aanwezige structuur
hebben aangetrokken. Dat eerste wordt door niets zo treffend geïllustreerd als
door de loop van veel oude wegen. Wie een blik werpt op de vooroorlogse
bodemkaart van Walcheren, ziet dat bijvoorbeeld in de driehoek Middelburg-
Koudekerke-Souburg veel wegen niet alleen de kreekruggen volgen, maar tevens
in de laatste stroomdraad van de vroegere kreken liggen. Heel duidelijk gaat dat
op voor de Groeneweg, de Abeelseweg en de Noordbeekseweg. De grootst
22