Hattinga's) veel meer nagelaten dan in het landschap. Toch vallen hier en daar
overblijfselen en herinneringen op, en die verdienen extra zorg. Ze bestaan
meestal uit opvallend rechte of hoekige oprijlanen naar een boerderijboeren
erven die door een grachtenrechthoek zijn omgevenen merkwaardig regel
matige percelen in de naaste omgeving. Zoiets zien we bijvoorbeeld rondom
'tHof Favorite tussen de beide wegen van Middelburg naar Veere. Vergelijking
met oudere kaarten wijst uit dat we hier inderdaad te maken hebben met een
vroegere buitenplaats.
Het hof Favorite, tussen Oude en Nieuwe Veer sew eg. Links de vooroorlogse situatie, rechts de recente toestand.
Ondanks de naoorlogse herverkaveling herinneren oprijlanen en rechthoekige percelering aan de vroegere
buitenplaats-aanleg. (Topogr. kaart van Ned, schaal 125.000, uitg. 1925idem, speciale uitg., Walcheren.
1985).
Handhaving van deze vormen die de naoorlogse herverkaveling hebben overleefd,
en misschien accentuering door middel van beplanting, is wel het minste wat hier
bepleit kan worden. Zo houdt ook het landschap de herinnering levend aan de
meest beschaafde periode uit de Walcherse geschiedenis.
Walcheren is van natuurlandschap overwegend cultuurlandschap geworden, van
een geschapen landschap tot een „beschaafd" landschap. De geschiedenis die dat
verhaalt is nog altijd uit het landschap, uit structuren en elementen, af te lezen.
Sommigen hebben wel geconstateerd dat cultuurlandschappen het niveau van de
beschaving registreren. Die beschaving rekent het wel tot haar opdracht een deel
van het verleden in de vorm van bijvoorbeeld monumenten door te geven aan een
volgende generatie. Zou dat dan niet gelden voor het cultuurlandschap De
cultuurhistoricus Huizinga, niet onbekend met het Walcherse landschap, schreef
in 1943, middenin de oorlog en kort voor zijn overlijden„waar een landschap
verminkt wordt.... gaat iets te loor van den zin van het leven"
Adriaan Haartsen en Wim van der Heijden komt dank toe voor hun commentaar op een eerdere versie van dit artikel.
32