Tot slot
Ik kan mij tot slot van een kritische nabeschouwing niet onthouden. Wie de
ontwikkeling van het Walcherse landschap volgt kan slechts concluderen dat er
van een toenemende verarming sprake is als gevolg van met name ontwikkelingen
in de recreatie en in de agrarische bedrijfsvoering. Met name een daarmee parallel
lopende achteruitgang van de Walcherse flora en fauna. Men komt nu kennelijk
zelfs toe aan de situatie dat de natuurwaarden van ons platteland alleen kunnen
worden behouden door het vormen van relatienotagebieden. Geen integratie dus
van die waarden in de agrarische bedrijfsvoering, maar een doelbewuste scheiding
daarvan. Zelfs met de dagelijkse berichten over boter-, graan- en vleesbergen,
melkplassen en mestoverschotten blijft kennelijk nog steeds de (politieke)
mening overeind dat de landbouw zoals die nu bedreven wordt een groot goed is in
onze economie.
Toch zijn er mijns inziens tekenen dat de wal langzaamaan het schip gaat keren.
Nieuwe termen als uit productie nemen (of braak laten liggen) van gronden
superheffing op melk uitrijverbod voor mestboeren-vut e.d. wijzen er op dat
productiebeperking op verschillende wijzen haar intrede doet. Komt men dan
toch, met de kritisch-financiële blik die de huidige tijd eigen is, tot de slotsom
dat de met landbouwoverschotten en ruilverkavelingen gemoeide geldstromen
wel erg duur uitpakken voor zowel producent (boer) als consument (belasting
betaler) En - dus - voor onze nationale economie
Een extensievere, agrarische bedrijfsvoering die gericht is op beperking van
kosten lijkt te prefereren boven intensievere gebruiksmogelijkheden en pro-
ductieopdrijvende kapitaalsinvesteringen waartoe ruilverkaveling per definitie
schijnt te moeten leiden. Naast een stuk inkomensderving ontstaat daarbij een
nieuw agrarisch product in de vorm van natuurwaarden. Het lijkt er nu op dat veel
boeren er moeite mee hebben om „natuur" als een economisch waardeerbaar
agrarisch product te zienmisschien vergt dat een nieuwe generatie. Maar een
maatschappelijke aanvaarding van het product natuur als een aan de gehele
gemeenschap ten goede komend product leidt wellicht tot snellere acceptatie
door de boer. Want hem moet opslag en - soms - vernietiging van zijn
(over)productie toch ook een gruwel zijn
Natuurlijk besef ik dat dit eenvoudiger is neergeschreven dan gerealiseerd. Het
vergt een fundamentele bezinning op de functies van de landbouw en een
politieke wil om geldstromen te verleggen. De vorige ruilverkaveling op
Walcheren heeft een landelijke voorbeeldfunctie gehad vanwege vernieuwende
ideeën en methoden. Waarom zou dat niet opnieuw kunnen Walcheren ditmaal
een „proeftuin van Nederland"
Het verleden heeft aangetoond dat het boerenbeheer eeuwenlang voor de natuur
het beste beheer was. Wie weet ligt op termijn - opnieuw - een samengaan van
natuur- en agrarische functies in het verschiet
65