Koudekerke. Ze zijn kalkrijk, bevatten meer zand en zijn potentieel geschikt als
bouwland.
De kleiplaatgronden die vooral langs de noordkant van het eiland voorkomen,
bestaan uit een kalkrijke, zavelige ondergrond met daarboven een zware, kalkloze
kleilaag, afgedekt met een dunne, kalkarme bovenlaag. Jonge poldergrond treffen
we aan in de inpolderingen rondom Vrouwenpolder en rond Nieuw- en Sint
Joosland. Het gaat hier om kalkrijke klei- of zavelgrond, soms op een zanderige
ondergrond. Deze gronden zijn geschikt voor alle teelten. Plaatselijk kunnen
droogte-verschijnselen optreden. Duinzandgronden vinden we langs de duinen,
waar cultuurgronden voorkomen waarbij het oorspronkelijke bodemprofiel is
overstoven met duinzand.
(b) De waterbeheersing
De eerste eeuwen van haar bestaan is ook voor Walcheren de zee de grootste
vijand geweest. En helaas heeft de recente historie ons geleerd dat dit tot in onze
tijd zo is gebleven. Was de geschiedenis van Walcheren dus vooral een
geschiedenis van de strijd tegen het buitenwater (de zee), het was ook een strijd
tegen het binnenwater. De waterstaatkundige situatie van het eiland is wel
vergeleken met een komeen laag middengebied met een hoge rand eromheen.
Die situatie is door de eeuwen heen van grote invloed geweest op de landbouw
kundige ontwikkelingsmogelijkheden van het gebied.
Tot 1929, toen het eerste poldergemaal in gebruik kon worden genomen, stonden
jaarlijks gedurende de wintermaanden grote delen van het eiland volledig onder
water. Vooral in het lage middengebied was dat het geval. Sommige boerderijen
waren daardoor dan vrijwel geïsoleerd en soms alleen per boot te bereiken.
Verschillende straatnamen herinneren aan die tijdin Middelburg het Domburgs
en Armeniaans Schuitvlot, en de Schuitvlotstraat, een naam die we ook aantreffen
in Domburg, Grijpskerke en Biggekerke.
Het is duidelijk dat deze wateroverlast, naast veel ongemak, ook grote gevolgen
had voor het landbouwkundig gebruik van de gronden. Die uitten zich in late
bewerkbaarheid en verzuring van de bodem. Weliswaar is daarin grote verbetering
gekomen nadat de polder bemalen kon worden. Toch is het wezenlijke probleem
blijven bestaan, ook na de herverkaveling, doordat het lage middengedeelte van
het eiland ook in het toen opgezette afwateringsstelsel de functie van boezem
heeft behouden.
(c) De ontsluiting
Tot aan de herverkaveling was het ook met de ontsluiting, vooral van de lage
gebieden, maar droevig gesteld. Van de 557 kilometer landbouwweg op Wal
cheren was in 1945 slechts 307 kilometer van een verharding voorzien250
kilometer was onverhard.
Onverharde wegen waren in de winter vrijwel onbegaanbaar. In het kader van de
herverkaveling kwam daarin in zoverre verbetering, dat door een betere kavel
indeling en een beter wegensysteem de totale lengte aan landbouwweg met 35%
68