Tegelijk is het een doelstelling van de ruilverkaveling, de kwaliteit van het land
schap te verbeteren. Tevens kan een bijdrage worden geleverd aan de veiligstelling
en ontwikkeling van natuurgebieden en kul tuur-historische elementen (b.v. de
vliedbergen)". Andere doelstellingen betreffen onder meer de recreatie en de
verkeersveiligheid.
Opnieuw staat de landbouw op Walcheren op een kruispunt van wegen. Opnieuw
zal de te kiezen richting mede worden bepaald door de ontwikkelingen en
mogelijkheden op nationaal en internationaal terrein. Juist daar is een geheel
nieuwe situatie ontstaan. Vroeger konden inkomensproblemen vrijwel altijd
worden opgelost door productieverhoging. De agrarische markten boden die
ruimte, daarin gesteund door een landbouwbeleid dat een redelijke levens
standaard beoogde voor de boerenbevolking. Kostenstijging werd in de prijzen
doorberekend. De EG was bij haar oprichting een belangrijke importeur van
landbouwproducten. Dat leidde tot een systeem van prijsgarantie waarin on
voldoende werd gelet op de vraag wat de markt kon hebben. Inmiddels is de EG
voor tal van producten niet meer im- maar exporterend geworden. Dat gaat dan
vooral om die producten waarvoor een zogenaamde Europese marktverordening
geldtzuivel, granen, suiker, wijn, olijfolie en rundvlees. Voor ons land betreft het
met name granen, suiker, melk en rundvlees.
Inmiddels wordt in Brussel krachtig aan de noodrem getrokken. Via zogenaamde
contingentering in de zuivelsector en prijsverlaging van andere producten wordt
het boereninkomen danig onder druk gezet. De grote vraag is welke richting de
landbouw moet inslaan. Vast staat dat de productie omlaag moetmaar hoe We
bevinden ons juist op de drempel van een periode met ongekende mogelijkheden.
Genetische manipulatie, embryo-transplantatie, automatisering en biotech
nologie maken het mogelijk de productie bijna onbeperkt op te voeren. De
Nederlandse land- en tuinbouw beschikt daarbij over vele kwaliteiteneen
uitstekend opleidingsniveau, goede mechanisatie, een teelttechnische voorsprong
en een modern afzetapparaat. Voorts is ze exportgericht (70% van onze productie
vindt een bestemming in het buitenland), produceert ze hoogwaardige kwaliteits
producten en is ze per definitie kleinschalig.
Desondanks zullen we ermee moeten rekenen dat op middellange termijn de
prijsdaling niet kan worden opgevangen door kostenverlaging. Ook zal het aantal
bedrijven verder dalen, waarbij de hoge grondprijs een rem is op de noodzakelijke
bedrijfsvergroting. Verder zullen in de akkerbouw bedrijfshygiëne en bodem
gezondheid steeds meer aandacht vragen. En tenslotte zal voor de veehouderij de
wetgeving op het gebruik van organische mest een extra rem betekenen. Zo
gezien is het Nederlandse belang niet allereerst gediend met productiebeperking
zonder meer, maar met het veilig stellen van onze exportpositie. Dat kan alleen
wanneer we kans zien onze plaats te behouden als leverancier van hoogwaardige
kwaliteitsproducten. Daarin schuilt de kracht van de Nederlandse land- en
tuinbouw, maar het vormt tevens zijn achillespees. Er zal een beleid ontwikkeld
moeten worden, gericht op de bevordering van nieuwe, marktbare producties. Op
verbetering van kwaliteit en verscheidenheid van de producten. Op verlaging van
78