Een jaar later brengt de commissie haar rapport uit onder de veelzeggende titel
„Het Nieuwe Walcheren". In dit rapport, dat volgens de commissie gezien moet
worden als een verklarende tekst bij het ontwerpplan voor het Nieuwe Walcheren
(schaal 1 10.000), wordt ruim aandacht geschonken aan het nieuwe landschap
van Walcheren. Doordat het rapport uitgangspunt is voor de in 1947 in te stellen
herverkavelingscommissie bevat het rapport in feite de grondslagen voor de
huidige landschapsstructuur van Walcheren.
Zowel de Snelcommissie als de herverkavelingscommissie hebben geworsteld met
de vraag hoe het landschap van Walcheren er uit zou moeten gaan zien. Moet het
vooroorlogse landschap worden gereconstrueerd of zou het landschap op
eigentijdse wijze vorm gegeven kunnen worden Vooral van landbouwzijde komt
de wens niet vast te houden aan wat geweest is. De schoonheid van het
vooroorlogse Walcheren heeft in de ogen van de landbouw voor een groot deel in
het ondoelmatige gelegen, terwijl het streven gericht zou moeten zijn op volledige
doelmatigheid. Het resultaat in de vorm van het rapport van de Snelcommissie
kan een synthese worden genoemd van agrarische en landschappelijke belangen,
zonder dat van een zoutloos compromis sprake is. De essentie van de ver
schijningsvorm van het Nieuwe Walcheren wordt in het rapport als volgt
toegelichtDeze hoge ruggen (kreekruggen) zijn gedacht als gebieden met
een dichtere beplanting dan de daartussen gelegen kommen, zoals dit ook vroeger
het geval was. Hierbij zullen de wegen met de daarlangs voorkomende berm
beplanting de ruggegraat vormen, terwijl de erfbeplanting van de op deze ruggen
veelvuldig voorkomende boerderijen voor de nodige aanvulling zal zorgen.
Beschouwen we deze intensief beplante hoge ruggen als coulissen dan kunnen de
hiertussen gelegen gedeelten als compartimenten worden beschouwd, die een
eigen karakter dragen. Hoewel ook binnen deze gebieden nog aanmerkelijke
hoogteverschillen van de bodem voorkomen, dragen ze over het algemeen toch
een vlak, open karakter. De beplanting zal hier dus veel beperkter zijn. Kunnen
we ons langs de wegen op de ruggen een laanbeplanting denken dan zal dit voor de
wegen in de kommen, de compartimenten dus, onmogelijk zijn. Hier zullen we in
de toekomst vrijwel uitsluitend struikgewas aantreffen...".
Aansluitend op het beplanten van alle kreekruggen wordt voorgesteld tevens alle
wegen in de randgebieden van het eiland van een bermbeplanting te voorzien. De
Snelcommissie acht het zeer moeilijk het stelsel van hagen langs de kavel
scheidingen te herstellen, aangezien hiervoor de volledige medewerking van de
boeren noodzakelijk zou zijn. Ter compensatie denkt men boscomplexen te
realiseren. Deze bossen moeten passend in het landschap worden gerealiseerd, dat
wil zeggen in de dichter beplante delen van het eiland. Voorgesteld wordt bos aan
te brengen rond de diepe doorbraakkreken, die door het bombardement zijn
ontstaan. Ook wordt het aanbrengen van een manteling tussen Zoutelande en
Vlissingen wenselijk geacht.
88