bezoekers statistisch gezien geen al te slecht seizoen had. De zomer van 1916 begon
met een zeer geslaagde „Golfing Week", tenniswedstrijden en, naast de concerten in
het paviljoen, nu ook huisconcerten, veelal onder leiding van de Belgische opera
zangeres Jeanne Flamant. 7
De schilderijententoonstelling ging op 5 augustus open, zonder Hart Nibbrig
die in oktober 1915 was overleden. Wel stond mevrouw Hart Nibbrig enkele werken
van haar man voor de tentoonstelling af. Nieuwkomers waren deze keer onder meer
Geert von Brucken Fock (1859-1935) uit Middelburg en Simon Moulijnuit Laren,
NH. maar de belangrijkste onder hen was weljan Sluijters. Vanaf dit jaar werden
Toorops tentoonstellingen ruimer van opzet. Sluijters was, op voorstel van Toorop,
door Mies Elout uitgenodigd in de volgende jaren zou men ook andere, niet op
Walcheren werkende „modernen" vragen mee te doen. Dat Jan Sluijters werd
uitgenodigd was in nog een ander opzicht interessant.
Loosjes-Terpstra onderscheidt in haar boek Moderne Kunst in Nederland, 1900-
1914 (1959/1987) twee hoofdstromingen in het Nederlandse modernisme van die
jaren een Amsterdamse en een Parijs-Domburgse. Zoals na 1911 Mondriaan en van
Heemskerck, Schelfhout en Alma - de laatste zou in 1917 aan de Domburgse
tentoonstelling deelnemen - tot de Domburgse stroming werden gerekend, zo
hoorde Sluijters, met Leo Gestel, tot de Amsterdamse richting die niet alleen door
het cubisme en het Duitse expressionisme werd bepaald, maar ook in zeer sterke
mate door het futurisme. Domburg fungeerde in de eerste plaats als een luministisch
centrum, vervolgens in mindere mate als een cubistisch centrum en, tenslotte, als een
aanzet voor het expressionisme.
De tentoonstelling van 1916 werd in september gevolgd door een expositie van
twee van de deelnemers, de Belgen J. Posenaer en J. Willems, die binnen korte tijd
samen 20 werken verkochten.
Elout was tevreden over het seizoen 2316 bezoekers en op het paviljoen was
het drukker dan ooit tevoren. Veel animo voor golf- en tenniswedstrijden, voor
concerten, vossejachten en de lampionnenoptochten.
Even had het ernaar uitgezien dat er in 1917 geen tentoonstelling zou zijn, maar
dankzij „de welwillende medewerking der Militaire Autoriteiten" heeft zij toch plaats
kunnen hebben de 7e schilderijententoonstelling werd op 4 augustus geopend. De
catalogus laat weer vele namen zien. Naast Petrus Alma namen bijvoorbeeld Lizzy
Ansingh, William Degouve de Nuncques, Theo van Doesburg en Matthieu Wieg
man deel.
Inmiddels was men er in Veere ook toe overgegaan schilderijententoonstel
lingen te organiseren. In het Badnieuws van 1917 werden advertenties geplaatst
voor de „2e Tentoonstelling, Schotse Huis te Veere". Misschien is die tentoon
stelling er wel debet aan dat de Badkrant dat jaar buiten een aankondiging zwijgt over
de Domburgse tentoonstelling.
Prachtig weer was het in de maanden juni, juli en het grootste deel van augustus.
Het sociëteitsleven bloeide, er werd nu veelvuldig gebruik gemaakt van de golfbaan
en het aantal opgegeven bezoekers was 2329-
In 1918 was er geen schilderijententoonstelling, omdat er militairen in het
gebouwtje gelegerd waren. Veere had zijn 3e tentoonstelling, deze keer niet alleen
van schilderwerken, maar ook van „kunstvoorwerpen". In het voorseizoen was het
stiller dan gewoonlijk in Domburg. Daarbij speelden sterke verhalen ongetwijfeld
een rolmen zou vanwege het kanongebulder in Vlaanderen geen minuut meer
102