Evenals in veel andere kleine Zeeuwse dorpen is de parochiekerk in Hogelande
in de 16e eeuw tijdens de reformatie buiten gebruik gesteld. Op Walcheren is dat
gebeurd met nog zeventien andere kerken, bijvoorbeeld met die van Krommen-
hoeke, Mariekerke, Poppendamme en Buttinge in de direkte omgeving van
Hogelande. Op de redenen die daartoe hebben geleid zullen wij hier niet ingaan.
Zij slechts gezegd dat gedacht kan worden aan een combinatie van factoren, zoals het
geringe inwonertal van de betreffende parochies aan de vooravond van de refor
matie, het gebrek aan predikanten in de begintijd van de hervorming, alsmede de
verwoesting van kerken ten gevolge van het oorlogsgeweld in de eerste jaren van de
Nederlandse Opstand. Het laatste heeft in ieder geval ook in Hogelande een rol
gespeeld, want de kerk is daar verwoest tijdens het beleg van Middelburg in de jaren
1572-1574.
Niet echter het einde maar het begin van de parochie Hogelande is het onder
werp van dit artikel. Van slechts zeven van de veertig parochies die er in de
middeleeuwen op Walcheren zijn geweest, zijn oorkonden overgeleverd die be
trekking hebben op de parochiestichting. Een van die parochies is Hogelande, waar
van de stichtingsoorkonde in 1189, waarschijnlijk voor eind april, is uitgevaardigd
door bisschop Boudewijn van Utrecht tot wiens diocees het overgrote deel van Zee
land behoorde (1). In deze oorkonde geeft de bisschop aan de parochianen van de
Westmonsterkerk te Middelburg voorzover zij wonen in Hogelande het recht in hun
eigen woonplaats een kapel te bouwen met, zoals hierna zal blijken, op het punt van
de zielzorg dezelfde status als een parochiekerk. Dit jaar is dat precies achthonderd
jaar geleden reden om het hoe en waarom van de stichting van deze kapel eens
wat nader te bekijken en dan vooral tegen de achtergrond van het ontstaan van de
parochies op Walcheren in het algemeen. Daarbij kunnen wij, behalve op eerder
door onszelf uitgevoerd onderzoek, met name steunen op de studie van C. Dekker
over Zuid-Beveland, waarin, uiteraard toegespitst op dat eiland een goed beeld is
gegeven van de gang van zaken bij de kerkstichtingen in heel Zeeland. (2).
Het eerste waarover de oorkonde van 1189 duidelijkheid verschaft is dat de
nederzetting Hogelande op dat moment al bestaat. Hoelang is onzeker, maar de
vroegste archeologische sporen in de nabije omgeving van de kapel dateren uit de
10e eeuw (3). Opmerkelijk zijn wel de ligging en de naam van de plaats, zeker in
combinatie met elkaar. Weliswaar ligt de kerk thans wat hoger dan de omgeving op
een kunstmatig opgeworpen kerkwerf, maar anders dan verreweg de meeste dorpen
op het oude land van Walcheren is Hogelande niet ontstaan op een van de vele, uit
vooral zand en klei bestaande kreekruggen die het eiland doorsnijden, maar midden
in een klei-op-veengebied daar tussenin (zie kaart II). Dat de nederzetting niettemin
Hogelande heet, zou erop kunnen wijzen dat hier de klei-op-veenbodem vóór de
inklinking en het moeren van de grond naar het midden toe enigszins heeft
opgelopen (4).
Het tweede dat uit de oorkonde blijkt is dat Hogelande in 1189 deel uitmaakt
van de Westmonsterparochie, die zich kennelijk tot ver buiten de stad Middelburg
uitstrekt. Dit wordt begrijpelijk wanneer wij kijken naar de geschiedenis van de
kerkelijke organisatie op Walcheren in het algemeen. Net als in heel Zeeland valt
deze uiteen in drie perioden. Ten eerste de tijd vanaf het optreden van W illibrord als
prediker van het christendom (circa 700) tot ongeveer het midden van de 12e eeuw.
In deze periode worden in Zeeland slechts weinig kerken gesticht, niet meer dan
twaalf, waarvan vijf op Walcheren. De parochies zijn in die tijd zeer groot en
8