Een blik zeewaarts vanaf de Walcherse duinen
en dijken
Over loodsen, bebakening en betonning, banken en geulen
D. ROOS
'k Bemin dat land, zoo veilig in de stroomen,
Door de Almagt zelv' des hemels teder behoed,
Die, om het geweld der golven in te toornen,
Uw ziel doordrong met zulk een moed.
Er is wel eens beweerd dat de Zeeuwen hun dijken zo hoog hebben opgeworpen
dat de belangstelling voor dat wat zich er achter heeft afgespeeld, slechts gering is.
De scheepvaart - vanuit de Walcherse havens zo veelvuldig bedreven - was
een voorname bron van inkomsten en de rijke maritieme geschiedenis van Zee
land verdient daarom meer aandacht dan ze tot heden heeft gehad.
In deze bijdrage werpen we een blik op het zeegebied dat zichtbaar is vanaf
de Walcherse duinen en dijken. Het is niet de bedoeling de Zeeuwse zeevaarders
te volgen op hun verre reizen naar Oost en West. Eenmaal achter de kim verdwe
nen wensen wij hen een goede vaart en bepalen we ons tot de banken en geulen en
ook tot de vaarwaters die leiden naar de havens van Walcheren. Tevens schenken
we aandacht aan die groep van zeevaarders die betrokken waren (en zijn) bij het
bevorderen van een veilige vaart rond dit voormalige eiland. Het waren immers de
loodsen - ook wel pyloten genoemd - die vanaf de tijd dat vreemde zeevaarders
zich in de Scheldemonding waagden op hun weg naar de Walcherse havens, aan
de schippers van de koggeschepen, de kraken en de hulken de weg wezen.
Het is onmogelijk hier een zo omvangrijk onderwerp uitvoerig te behandelen.
Indien echter dit artikel kan bijdragen tot een grotere belangstelling voor de
Zeeuwse maritieme geschiedenis dan zal ik mij rijkelijk beloond achten.
De loodsen
De oudste tijden
Een volledig beeld van de geschiedenis van hen die betrokken waren bij de lood
sing van de schepen moet hier achterwege blijven. Mogelijk zal in de toekomst
nog eens een bronnenuitgave of een publicatie verschijnen die een uitgebreid
overzicht geeft van de geschiedenis van de loodsen en het loodswezen.
107