I Walcheren en in de Wielingen zijn de trieste overblijfselen van een drukke scheep vaart in dit gebied, met als doel de haven van Antwerpen te bevoorraden. Aan deze vaart is door de Vlissingse loodsen aktief deelgenomen. De geschiedenis van de loodsen in de Scheldemonden kan met recht een roerige genoemd worden. In de eerste plaats moet daarbij gedacht worden aan de strijd om het behoud van de beloodsing op de Schelde. De beroering in de laatste decennia kwam echter voort uit grote veranderingen in de werkomstandigheden. Zo was er de overgang van het ministerie van De fensie naar dat van Verkeer en Waterstaat. Later bleek ook dit niet de juiste plaats voor het loodswezen en werd gedacht aan privatisering. De eerste september 1988 was een gedenkwaardige en historische dag voor de loods. De rijksloods bestond niet meer en vanaf deze datum was hij een zelf standige ondernemer, ondergebracht in een maatschap. Evenals zijn collega in de 15e eeuw, die vanuit zijn pinkschuitje zijn diensten aanbood aan de schipper van de Hanzekogge, zo zien we de loods - met nog dezelfde dienstverlenende taak - op het einde van de twintigste eeuw aan boord van het moderne zeebe- loodsingsvaartuig compleet met helicopterdek. Ongeveer tweehonderd jaar dienstuitvoering als rijksloods is beëindigd. De doelstelling echter, het bevorderen van een veilige vaart, is niet aangetast. De meer dan 200 Vlissingse loodsen zijn allen hooggekwalificeerde specialisten. Specialisten in hun eigen vaargebied en bekwaam in het varen en manoevreren met de grootste schepen. De hoop en verwachting is dat mogelijk in de toekomst een integratie tot stand komt met de Belgische loodsen die nog altijd als ambtenaren hun werk doen. Een derge lijke samenvoeging zou wederom een mijlpaal betekenen in de geschiedenis van het loodswezen. s 114

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1989 | | pagina 118