eveneens een dochter van de Westmonster. Tot de moederparochies Oost- en Westkapelle behoorde het noordwesten van Walcheren, tot Souburg het zuiden van het eiland, tot Noordmonster het noordoosten alsmede Noord-Beveland, Wol- faartsdijk en een deel van Zuid-Beveland en tot Westmonster het middendeel van Walcheren en eveneens een deel van Zuid-Beveland. Van deze kerken zijn die van Oostkapelle, Westkapelle en Souburg in de vroege 12e eeuw eigenkerken van de bisschop van Utrecht, is de Noordmonster een eigenkerk van het kapittel van St. Pieter te Utrecht en de Westmonster van de Utrechtse St. Paulusabdij. Eigen kerken dat betekent in die tijd dat de eigenkerkheren, in dit geval de bisschop, het kapittel van St. Pieter en de abdij van St. Paulus de betreffende kerken als hun bezit beschouwen, de parochiegeestelijken aanstellen en de tienden, dat wil zeggen het tiende deel van de opbrengsten van het land, alsmede andere kerkelijke inkomsten binnen de parochies innen, uitgezonderd datgene wat voor de parochiepriester is bestemd. In de tweede van de genoemde perioden, de tijd waaruit de meeste parochies in Zeeland dateren (circa 1150-1270), valt de stichting van de kapel te Hogelande, evenals die van maar liefst 29 andere kapellen en dochterkerken op Walcheren (zie kaart III). Wat in 1189 in Hogelande gebeurt maakt duidelijk deel uit van een historisch fenomeen, waarvan wij in dit artikel willen proberen de achtergronden nader toe te lichten. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1989 | | pagina 12