Vervolgens komt Schlegel met allerlei voorbeelden van in aantal teruggelopen
vogelsoorten. Een daarvan betreft de Trap (Otis tarda). De zestiende-eeuwse schrij
ver Merula verhaalt daarvan „dat zij in den herfst in zulk eene menigte op onze vel
den kwamen azen, dat deze als met schapen overdekt schenen te zijnthans hoort
men, ongeveer om de tien jaren, van eene hier of daar geschotene Trap, en er zullen
weinig onzer landgenoten zijn, die zich beroemen kunnen, dezen vogel in het wild
te hebben gezien". Na een pleidooi voor de instelling van vogelreservaten, beschrijft
Schlegel twee van dergelijke gebiedenhet zogenaamde Schollevaarseiland (tussen
Nieuwerkerk aan de IJssel en het Rotterdamse Hillegersberg) en het eiland Rot-
tumeroog. Inmiddels is het Schollevaarseiland verdwenen en in stedelijk gebied
veranderd. Een teken aan de wand Moge men dit over honderd jaar niet kunnen
zeggen van het Naardermeer of van de Bosplaat op Terschelling
Overigens is er niets nieuws onder de zon, ook waar Schlegel anno I860 ver
zucht „Eindelijk draagt ook de uit den geest des tijds voortvloeiende, bij het volk
en thans ook bij de jeugd meer en meer opkomende emancipatie van het gezag
het hare bij tot de verwoestingen, die de maatschappij, als één geheel beschouwd, op
de overige levende schepselen uitoefent".
De door Schlegel al in de vorige eeuw geschetste veranderingen hebben zich
in deze eeuw versneld voortgezet. Juist in onze provincie treden ze bijzonder sterk
aan de dag. Op de inundatie van Walcheren, niet minder dan een ecologische ramp,
volgde de herverkaveling van het eens zo prachtige eiland. Geen wonder dan ook
dat hier, waar allerlei nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de landbouw, in
dustrie, recreatie en tenslotte de Deltawerken hun stempel op het landschap druk
ken, het verlies aan kwaliteit van het natuurlijk leefmilieu uitermate voelbaar is.
Het vooruitgangsgeloof en het nog steeds niet achterhaalde groei-denken van
onze overheid heeft een griezelige aftakeling van onze directe omgeving tot gevolg.
Men lijkt niet gehinderd door enig inzicht in de vaak ingewikkelde processen die
zich na allerlei nodig geachte ingrepen afspelen slechts geldelijk gewin op korte
termijn speelt een rol, en ondeskundigheid is troef. Welvaart lijkt belangrijker dan
welzijn. Een belangrijk gedeelte van dat welzijn bestaat uit het beleven van de
schoonheid van een natuurlijk of halfnatuurlijk landschap met een bonte verschei
denheid aan dierlijk en plantaardig leven. Geen wonder dat als gevolg van dit gebrek
aan inzicht, dit korte-termijndenken en een ontkenning van de stelregel dat rege
ren vooruitzien is, waardoor overhaaste stappen worden ondernomen zonder een
gedegen milieu-effect-rapportage, ook de avifauna nog slechts een fractie is van de
situatie van zo'n halve eeuw terug. Wie in onze provincie rondreist, valt het op
hoe het landschap op veel plaatsen tot een cultuursteppe is verworden en hoe
overal de degeneratie heeft toegeslagen. Ongebreidelde recreatieparken leggen
een enorm beslag op de grond en worden meestal in de weinige overgebleven
natuurgebieden aangelegd. Onbeperkt gebruik van pesticiden in de landbouw,
maar vaak ook toegepast door gemeenten en waterschappen die niet beter weten
dan de gifspuit te hanteren, doden grond en water. Grootscheepse wateront
trekking door een diepe bemaling van de polders werkt de vorming van een brakke
drab in de sloten in de hand. Grootschalige industrialisatie en de lozing van de hier
door veroorzaakte afvalstoffen in water, bodem en lucht, verpesten het leefmilieu.
Vis, zeekraal en lamsoor uit het Westerscheldegebied zijn oneetbaar. De Zeeuwse
Milieufederatie laat weliswaar niet af te waarschuwen voor al deze verschijnselen,
maar slechts sporadisch maken overheden van de daar ontwikkelde deskundigheid
gebruik, laat staan dat de adviezen worden opgevolgd.
126