Het vooroorlogse Ter Hooge
Om een vergelijking te kunnen maken tussen de dieren- en plantenwereld van
Ter Hooge vóór en na de oorlog, schetsen we eerst de situatie op de buitenplaats
vóór de inundatie in 1944.
Oude bomen, als solitair of in bosbestand, statige lanen, gazons vol wilde mar
grieten en orchideeën, hier en daar beschaduwd door reusachtige beuken, iepen
en eiken, en tenslotte vijvers en sloten bepaalden het aanzien van het buiten.
Boven de bloemrijke grasvelden, die eenmaal per jaar werden gemaaid, had
een druk vlinderleven plaats Oranjetips, Lucernevlinders, Koninginnepages, Zand
oogjes en vele andere dagvlinders wiekten her en der om de nectar uit de bloe
men te halen. In het parkbos floot de Wielewaal de hele dag z'n welluidende
klanken en de Grote Lijster zong er zijn wat eentonig lied, soms onderbroken door
een luid geschetter als hem iets niet beviel.
Het kasteel in vooroorlogse gloriede voorzijde
Opvallend was dat de Wielewalen nogal eens baadden in de vijvers door zich
halsoverkop in het water te laten vallen, zoals een IJsvogeltje jaagt, of door er op
de manier van een Witgatje doorheen te vliegen. Merels en Zanglijsters bevolkten in
grote aantallen park en tuin. In de tijd dat de aardbeien rijp waren, verstrikten vooral
de jonge Lijsters zich steeds in de netten, die ik vervolgens tot verdriet van mijn
vader openknipte om de vogels te bevrijden.
De Spotvogel zong zijn scherpe lied op verschillende plekken en bootste
daarbij tal van vogels meesterlijk na, onder andere Boomvalk, Torenvalk, Leeuwe
rik en Scholekster. Zo onderscheidde ik de Scholekster-spotvogel en de Boomvalk
spotvogel, die zich enige jaren achtereen op dezelfde plaats vertoonden. Vooral
127