Vogels, waargenomen op de buitenplaats Ter Hooge 1943 1Dodaars (Podiceps r. ruficollis) Tegenwoordig regelmatig in minstens 2 paren broedend. In 1939 ontdekte ik voor het eerst de jongen. W aarschijnlijk vond het broeden al een paar jaar eerder plaats. Bijna zeker is het, dat het dichtgroeien van de vijver het voorkomen dezer soort in gunstige zin heeft beïnvloed. 2. Aalscholver (Phalacrocorax carbo sinensis) Op 4-4-1942 kwam een ex. uit oostelijke richting naar de grote vijver, waar het herhaaldelijk trachtte zich in een Abeel tussen de aldaar nestelende Blauwe Reigers neer te zetten, hetgeen steeds door de Roeken werd belet. 3. Blauwe Reiger (Ardea c. cinerea) Sinds 1938 broedend en wel in toenemend aantal1943 38 nesten, de meeste in Abelen. 4. Ooievaar (Ciconia c. ciconia) Jaren geleden wel eens overtrekkend. Volgens de arbeiders dikwijls op de omliggende weiden fouragerend, en blijkens oude gravures in die tijd op het kasteel broedend. 5- Grauwe gans (Anser anser) In het najaar overtrekkend; vroeger op het ondergelopen weiland fouragerend. 6. Rotgans (Branta b. bernicla) Overtrekkend. 7. Bergeend (Tadorna tadoma) Enige keren nam ik in de grote vijver een paartje waar. Soms zat er een op een holle noteboom. 8. Wilde Eend (Anas pl. platyrhyncha) Broed- en trekvogel. 9- Wintertaling (Anas cr. crecca) In het winterhalfjaar nogal eens een paartje in de grote vijver. Dit najaar (1943) 3 ex. 10. Zomertaling (Anas querquedula) In het voorjaar nogal eens een paartje in de grote vijver. In de omtrek waarschijnlijk broedvogel. 11Slobeend (Spatula clypeata) Slechts eenmaal een mannetje in de grote vijver waargenomen. 12. Bruine Kiekendief (Circus ae. aeruginosus) Vertoont zich na de broedtijd wel eens. 13. Sperwer (Accipiter n. nisus) Gedurende het winterhalfjaar houden zich altijd verscheidene ex. op Ter Hooge op. Ze voeden zich waarschijnlijk met Boekvinken, Spreeuwen en Koperwieken. 14. Ruigpootbuizerd (Buteo L lagopus) Zeldzame trekker of wintergast. 15Buizerd (Butea b. buteo) Regelmatig in het winterhalfjaar 3 a 4 ex. 16. Zeearend (Haliaeëtus a. albicilla) 9-12-1933 een juv. ex. 17. Rode Milaan (Milvus migrans migrans) 1 ex. op 12-9-1933. 18. Wespendief (Pernis a. apivorus) Indertijd nam ik eens een paartje waar bij het uithalen van wespennesten. In 1943 vernam ik echter dat er dat jaar ook weer een ex. heeft gezetenDe arbeiders bleken de vogel heel goed te kennen en nemen hem bijna ieder jaar in de trektijd waar. 19- Slechtvalk (Falco p. peregrinus) Ieder jaar tussen sept, en half mei 2 a 3 ex. 20. Boomvalk (Falco s. subbuteo) Ieder jaar vanaf eind april tot ongeveer okt.in aug. zag ik soms 5 ex. tegelijk, dus zeer waarschijnlijk broedvogel. 21. Sme/leken (Falco columbarius aesalon) Gedurende herfst en winter. Waarschijnlijk minder aan de plaats gebonden dan de andere roofvogels. 22. Torenvalk (Falco t. tinnunculus) Ieder jaar minstens 3 broedparenaltijd enkele overwinterend. De meest algemene roofvogel. 23. Patrijs (Perdix p. perdix) Blijkbaar broedvogel op de buitenplaats zelf, want eens vond ik op een grasveld een heel klein levend jong. In de omgeving tegenwoordig talrijk. 24. Fazant (Phasianus c. colchicus) Tijdens het maaien broedend gevonden op een grasveld. Vertoonde zich dit najaar ook weer. 25. Waterral (Rallus a. aquaticus) 28-10-1943 een ex. in jong dennenbos 26. Waterhoen (Gallinula chl. chloropus) Ieder jaar enkele broedparen. Waarschijnlijk worden veel jongen door ratten opgegeten. In de trektijd soms zeer talrijk, vooral vroeger. Ik heb de indruk dat de vogel, ook als broedvogel, sterk is afgenomen. 27. Meerkoet (Fulica a. atra) In het voorjaar soms op de vijvers nooit broeden geconstateerd. 137

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1989 | | pagina 141