nodig was, heeft voor een versnelde ontbossing, turfwinning en moernering ge zorgd. En wat te denken van de vele uitbeeldingen van het oud-Hollandse ijs vermaak in de schilderkunst van de 17e en 18e eeuw Deze kleine ijstijd is de laatste van een reeks van meer of minder „ondiepe" kleine ijstijden die de aardgeschiedenis de laatste 10.000 jaar heeft gekend. Zij blij ken met een frequentie van ongeveer 2500 jaar - terugrekenend ca. 250, 2800, 5 300, 8000 en 10500 jaar geleden - te zijn opgetreden. Over deze reeks van kleine ijstijden heen liggen dan de grote ijstijden, waarvan de laatste ruim 18.000 jaar geleden zijn dieptepunt had. Ten opzichte van deze laatste grote ijstijd bevinden we ons in een zgn. interglaciale periode, ook wel postglaciaal genoemd, en het lijkt of we wat die periode betreft alweer over de warmste tijd heen zijn (Fig. 4). Duizenden jaren geleden Fig. 4. Het algemene verloop van de aardtemperatuur over de laatste 10.000jaar, zoals blijkt uit de vroegere uitbreidingen en afsmeltingen van gebergtegletsjers en het voorkomen van fossiele planten. Tijdens het klimaatsoptimum was de temperatuur ca. 2°C hoger dan thans (Uit: Imbrie en Palmer-Imbrie, 1980). Ook op de schaal van de kleine ijstijden is er beweging in het klimaat. De jaar gemiddelden van de aardtemperatuur liepen van het eind van de 19e eeuw tot ca. 1940 geleidelijk op, om daarna weer met hetzelfde tempo te dalen (Fig. 5). Maar volgens recente onderzoekingen vertonen de laatste 20 jaar weer een duidelijke temperatuursverhoging. Welke consequenties hebben deze schommelingen in de aardtemperatuur nu voor het getij en de relatie tussen zee en land Ten eerste is de dichtheid van water afhankelijk van de temperatuur. Bij circa 0°C heeft zeewater zijn grootste dicht heid. Het grotendeels warmere oceaanwater zal dus bij afkoeling van de aarde kompakter worden. De grote diepte van de oceanen staat er borg voor, dat bij een gelijkblijvende hoeveelheid water het zeeniveau dan aanmerkelijk lager zal zijn. Omgekeerd neemt bij een stijgende aardtemperatuur het watervolume toe en stijgt de zeespiegel. 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1989 | | pagina 32