kwel onder duin (bij Westduin en Fort De Haak) en dijk door de hoge winterwater- standen in de lage, ingeklonken veengebieden. Verder het patroon van nederzet tingen, wegen en waterlopen, aangepast aan het netwerk van kreekruggronden en de duinstrook in het westen en noorden de ontginning ten bate van landbouw en veeteelt, te beginnen op de binnenduinrand en de kreekruggronden de moer- nering voor brandstof- en zoutwinningde aanleg van buitenplaatsen, tenslotte, door kerkvorst, regenten en notabelen langs de binnenduinrand en op de kreek ruggronden. Wat men „liet", gedoogde of spontaan opnieuw het opgroeien, was te vinden in de duinen, op de weilanden, langs de perceelsgrenzen en in de meeste bossen van de buitenplaatsen. Dit alles zou zonder de sturende werking van de getijgolven die in de Antarktische Oceaan ronddraaien, onbestaanbaar zijn geweest. Het - voorlopig - laatste stempel dat het getij op het eiland heeft gedrukt, is aan de Nazi-terreur te wijten. Inundatie was voor de geallieerden het enige middel om Walcheren zonder al te veel bloedvergieten van de bezetters te bevrijden. Tot in lengte van jaren zal het eiland bij Westkapelle, Veere, Vlissingen en Ritthem zijn wonden blijven tonen, hoewel geheeld door nieuwe dijken en beschermd door het wondweefsel van een beplanting. De grootschalige gelijkschakeling door water en zout van het netwerk van de vele uiteenlopende milieutypen in 1944 heeft het eiland de grootste biologische verarming in haar geschiedenis bezorgd. Dat Walcheren deze ecologische ramp nog steeds niet te boven is gekomen, is mede te wijten aan de daaropvolgende herverkaveling, egalisatie, ontwatering en het nieuwe beplantingsplan, aangepast aan de moderne landbouw en rekreatie. Niet temin vindt de naar bijzondere soorten en levensgemeenschappen uitkijkende natuurliefhebber dikwijls of soms niet (meer) wat hij of zij verwachtte, de zich - hoe dan ook - voortbewegende collega die op grootschaliger genieten uit is, kan op Walcheren nog volop terecht. De toekomst in een nuchter naschrift Het broeikas-effekt heeft ons al de weg gewezen, waarover het in de toekomst zal gaaneen geleidelijke temperatuursverhoging van de aarde met ongeveer 1,5 tot 3°C, met daaraan gekoppeld een parallel verlopende stijging van het zeeniveau van één tot enkele meters in de komende eeuwen (Fig. 9). Dit vooruitzicht ver onderstelt wel, dat de wijze waarop de atmosfeer thans wordt vervuild, ook onge veer zo doorgaat, de nu overzienbare technologische ontwikkelingen in aanmer king genomen. Er is geen rekening gehouden met een „bekering" van de moderne industriële landen tot een andere economie, een ander energiebeleid, een an dere stijl van leven van hun bewoners. In democratische samenlevingen zal die omkering van onder op moeten komen. Democratische overheden moeten het tenslotte binnen een bepaalde speelruimte van het electoraat hebben. Zo al niet, dan krijgt toch hier de samenleving wat zij waard is. Om dan nog maar niet te spre ken van wat met de stijging van het zeeniveau andere lage landen, zoals Bangladesh, wordt aangedaan. Voor Nederland zal, hoe dan ook, op termijn een „tweede Deltaplan" nodig zijn. Voor de 8 miljoen van de 14 miljoen Nederlanders die in de voor overstro mingsrampen gevoelige delen van ons land leven, is met het eerste Deltaplan 12-15 miljard gulden uitgegeven. Dat is ongeveer f 1700,-- per hoofd en 4200,— per gezin. Zo'n bedrag is slechts een fraktie van wat theoretisch nodig zou zijn 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1989 | | pagina 40