Voordat de burg Souburg werd aangelegd, moet er ter plaatse landbouw zijn bedreven. In het oude oppervlak onder het opgehoogde terrein van de burg waren in verschillende richtingen lopende series ploegvoren aanwezig. Helaas zijn er in het oude bouwland, met uitzondering van enkele kleine fragmenten van dierenbotten, geen dateerbare vondsten gedaan zodat er voor de tijd van aanleg van de burg geen terminus post quem kon worden vastgesteld. Wel is er uit de oudste periode van de versterking een skelet van een soort wolfshond gevondende C14-datering (Gro ningen nr. 9320) kwam uit op 850 30. Inmiddels is ook een C14-analyse bekend geworden van palen die binnen de omwalling van de burg van Burgh in 1987 zijn opgegraven de kans is het grootst (circa 50%) op een datering in de tweede helft van de 9de eeuw. Uit de oudste periode van de burg van Souburg - dat is dan de periode van het graven van de gracht, het opwerpen van een aarden ringwal en de eerste bebouwing op een circa een halve meter opgehoogd binnenterrein - zijn uit een stratigrafisch goed controleerbare context geen nauwkeurig te dateren vondsten bekend. Enkele scherven van dikwandige reliëfbandamforen, die mogelijk tot de oudste periode behoren of tot het begin van een tweede ophogingsfase, kunnen evengoed in het laatst van de 9de als in het begin van de 1 Ode eeuw gedateerd worden. Afgezien van de wat ruime marge in de archeologische dateringen, spreken de historische en archeologische bevindingen elkaar niet tegen. Grondsporen van bewoning uit de 9e-12e eeuw in de burg van Oost-Souburg opgraving R.O.B. 1969-1971. 49

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1989 | | pagina 51