De brandweer in actie bij de brand van de Nedpam
Eerste Wereldoorlog
Het was vaders idee om naar Zeeland te gaan. Tijdens de mobilisatie van '14-T8 had
hij in Zeeuwsch-Vlaanderen een commando gehad bij de zogenaamde draad, een
ruim twee meter hoge afrastering langs de Nederlands-Belgische grens, ogenschijn
lijk onschuldig, maar bij aanraking dodelijk, want de zaak stond onder stroom.
Hij wist dus alles van passeurs, ladderbruggen, smokkel en pakjesgooierij, maar
ook van electrocutie door een klap op een uitgestoken hand of een ongelukkige
manoeuvre.
Later in de oorlog werd hij overgeplaatst naar Vlissingen en ingekwartierd
bij een Belgische loods op Boulevard Bankert. Ik denk dat hij toen pas goed ver
slingerd is geraakt aan Zeeland en daarom na de demobilisatie al z'n best heeft
gedaan om weer naar deze provincie terug te keren. Dat is hem dan na vijf jaar gelukt.
Hij was hoofd van een Mulo in Woerden en leraar aan een HBS in Utrecht en
kreeg nu een soortgelijke functie in Vlissingen. De oorlog had natuurlijk een
grote indruk op hem gemaakt - in Zeeuwsch-Vlaanderen had hij tenslotte dicht
bij het front geleefd, had daar van allerlei meegemaakt, vluchtelingen, uitwisseling
van krijgsgevangenen, interneringen, luchtgevechten, bommen op Sluis, zeppelins,
kanongebulder en had er een grote sympatie voor de Vlaamse zaak uit over
gehouden. Vlaanderen bij Nederland voegen vond hij kolder (die kans hadden we na
1576 en zeker na 1830 vergooid), maar de emancipatie van Vlaanderen en het
terugdringen van de Franse invloed had zijn volle belangstelling. Hij sleepte me dus
54